Deze wiskundige opgaven waren te moeilijk voor slecht scorende Vlaamse tienjarigen, kun jij ze wel?

De resultaten van het TIMMS-onderzoek waren niet erg rooskleurig: Vlaamse tienjarigen gaan er in vergelijking met andere landen op achteruit wat wiskunde en wetenschappen betreft. Maar doe jij het beter? Test het met deze voorbeeldopgaven uit het onderzoek.
door
nina.vandenbroeck
Leestijd 1 min.

De Vlaamse tienjarigen komen niet goed uit het nieuwe TIMMS-onderzoek, dat om de vier jaar georganiseerd wordt. Het onderzoek peilt telkens naar hoe goed leerlingen uit het vierde leerjaar scoren op wiskunde, aardrijkskunde, biologie en natuurkunde. In vergelijking met vier jaar geleden doen de Vlaamse leerlingen het heel wat slechter. Bovendien beheerst een steeds grotere groep het absolute basisniveau niet.

Maar doe jij het beter? In het dinsdag voorgestelde onderzoeksrapport staan enkele voorbeeldopgaven. Een oefening kan vier moeilijkheidsgraden hebben (‘laag', 'middelmatig', ‘hoog' en ‘gevorderd') en peilen naar drie cognitieve domeinen (‘kennen'  kunnen ‘toepassen',  of kunnen ‘redeneren'). De oplossingen zul je helaas zelf moeten uitdokteren.

Wiskunde

De eerste vier opgaven zijn wiskundig.

1. Niveau: laag, cognitief domein: toepassen

Onderstaande opgave losten de Vlaamse leerlingen goed op. Met 89% correcte antwoorden scoorden ze zelfs beter dan het internationaal gemiddelde (81%).

UAntwerpen

2. Niveau: middelmatig, cognitief domein: toepassen

Ook dit vraagstuk ging vlotjes voor de Vlaamse kinderen. Weer had 89% het goed, versus een internationaal gemiddelde van 70%.

UAntwerpen

3. Niveau: hoog, cognitief domein: toepassen

Wanneer het wat moeilijker wordt, gaat het al wat minder goed. Slechts 56% van de Vlaamse leerlingen had bovenstaand vraagstuk goed. Dat is echter wel nog steeds meer dan het internationaal gemiddelde (53%) - een magere troost.

UAntwerpen

4. Niveau: gevorderd, cognitief domein: toepassen

Op het hoogste niveau scoren de Vlaamse leerlingen uit het vierde leerjaar echt niet goed: slechts 12% kon deze opgave tot een goed einde brengen. Internationaal doen de tienjarigen het ook niet goed, maar met 27% correcte antwoorden - nog steeds een erg lage score - scoren ze toch iets beter.

UAntwerpen

Wetenschappen

De volgende vier opgaven gaan over biologie, natuurkunde en aardrijkskunde.

1. Niveau: laag, cognitief domein: kennen

Deze biologische opgave was de gemiddelde internationale leerling een eitje (74% correcte antwoorden), maar voor de Vlaamse tienjarigen heel wat moeilijker. Slechts 35% van hen had het juist.

UAntwerpen

2. Niveau: middelmatig, cognitief domein: toepassen

Hier doet Vlaanderen het weer iets beter: 74% had het goed, versus het internationaal gemiddelde van 66%.

UAntwerpen

3. Niveau: hoog, cognitief domein: toepassen

De Vlaamse leerlingen doen het met 48% goede antwoorden iets beter dan het internationale gemiddelde (37%), maar het blijft een lage score. Het valt in de onderzoeksresultaten ook op dat aardrijkskunde een moeilijke discipline blijkt voor de Vlamingen uit het vierde leerjaar.

UAntwerpen

4. Niveau: gevorderd Cognitief domein: toepassen

Ook dit aardrijkskundig vraagstuk losten veel Vlaamse kinderen niet goed op: slechts 38% had het juist. Dat is twee procentpuntjes hoger dan het internationale gemiddelde (36%), maar ook hier geldt dat dit een bedroevend lage score is.

UAntwerpen