Deze dingen wist jij nog niet over proefdieren

Jaarlijks worden er 192 miljoen dieren wereldwijd gebruikt voor dierproeven. Dat cijfer is ondertussen al een stuk gedaald, maar waarom gebeurt het nog steeds?
door
nillab.rasheeq
Leestijd 2 min.

In Europa gebeuren er elk jaar meer dan 10 miljoen dierproeven. Een half miljoen daarvan wordt uitgevoerd in België, volgens de cijfers van de Belgische overheid. Maar waarvoor gebruiken ze die dieren?

Het merendeel van de proefdieren staat in teken van wetenschappelijk onderzoek. Ze worden gebruikt om meer kennis te krijgen over het menselijk lichaam en de aandoeningen. De onderzoekers krijgen een uitgebreid assortiment aan 'diermodellen' waaruit zij kunnen kiezen, klaar voor proeven en onderzoeken.

Verschillende soorten proeven

Proefdieren worden gebruikt voor verschillende soorten onderzoek, maar waarom gebeurt dit? Het tijdschrift Quest lijst de volgende tests op:

  • Toxicologische tests: hierbij moet de veiligheid van voedingsmiddelen en chemicaliën op dieren worden bewezen.
  • Medicijnontwikkeling voor mensen en dieren: nieuwe medicijnen en vaccins worden uitgetest op proefdieren. Er wordt gekeken naar de werking en bijwerkingen van de middelen.
  • Fundamenteel onderzoek: hierbij wordt er onderzoek gedaan naar de werking van genen en cellen.

Proefdiermuizen zijn identiek

Proefdiermuizen lijken volledig op elkaar. Ze hebben dezelfde witte huid en rode ogen. Op elke manier zijn ze identiek aan elkaar. Dat noemen we genetische gelijkheid. Bioloog Tineke Coenen van proefdieronderzoeksbedrijf BioXpert legt uit aan Quest: "Families zijn genetisch gelijk geworden, doordat we broers en zussen zo'n twintig generaties lang laten paren."

"Dieren worden op een bepaald kenmerk gefokt en geselecteerd. Zo zijn bepaalde rattenstammen extra gevoelig voor diabetes, of angstig aangelegd. Die lenen zich beter voor onderzoek naar diabetes- of angstremmers", legt Coenen verder uit.

Dieren ervaren even veel pijn

Hoewel er nog steeds proefdieronderzoeken worden uitgevoerd, zijn onderzoekers wel verplicht om de pijn van de dieren te verlichten. "Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de dieren", vertelt biologe Coenen. "Een muis ervaart even veel pijn als een hond, maar toch vinden we het zieliger als huisdieren als proefdier worden ingezet", besluit ze.