«De klimaatopwarming, dat vind ik pas eng!»

Hij dubde weliswaar een aantal animatiefilms en verscheen hier en daar in een tv-serie, maar het is al van ‘Gulliver's Travels' in 2010 geleden dat we Jack Black de hoofdrol van een film zagen spelen. We begrijpen maar al te goed waarom de acteur – en leadzanger van Tenacious D – ‘Goosebumps' koos voor zijn terugkeer op het witte doek. Het is een doldwaze prent die humor vermengt met horror en een stevige dosis gekheid. Jack Black ten voeten uit, dus.
door
Maarten
Leestijd 4 min.

U bent de laatste tijd niet vaak meer in films te zien. Wat trok u in dit project aan?

Jack Black: «Wel, je leest een miljoen scenario's en af en toe springt er eentje uit. Dat was het geval met deze film. Ik vond het echt geestig en huiveringwekkend tegelijk en zag meteen hoe ik mijn plek in dat verhaal kon innemen. Bovendien weet ik dat mijn kinderen van koude rillingen houden: ik voelde dat het hun soort film zou zijn. En toen heb ik gedacht dat er wel miljoenen kinderen zoals de mijne moeten zijn, die dezelfde smaak hebben.»

In de film vertolkt u R.L. Stine, de beroemde auteur van de boekenreeks ‘Kippenvel' (‘Goosebumps' in het Engelse origineel). Hoe verliep jullie ontmoeting?

«Het was op de zolder van een oud gebouw in New York. Een leuke zolder, niet zo een vol spinnenwebben. Het was in Scholastic Building, het hoofdkantoor van de grootste uitgeverij van jeugdboeken. Ze zijn daar dol op hem, want hij is nu eenmaal de bestverkopende auteur van kinderboeken ter wereld, hij verkocht er meer dan die andere jeugdschrijfster daar… JK Rowling! (pauzeert) Weet je welk inzicht ik zonet heb gekregen? Als je miljonair wil worden met het schrijven van jeugdboeken, dan moet je twee initialen voor je naam zetten! Ik ga mijn naam veranderen in J.B. Black. Waar hadden we het ook al weer over? O ja, de ontmoeting. Dus ik stapte die zolder binnen. Hij stond daar, helemaal in het zwart gekleed. Hij keek me aan, lachte me toe en toen zei hij… Eigenlijk herinner ik me er niets meer van. Ik denk dat we elkaar hebben omhelsd, waarna hij in mijn wang kneep en zei dat ik een lief jongetje was! (lacht) We hadden het over het project, ik vertelde dat ik geen imitatie van hem wilde neerzetten, maar veeleer een interpretatie. In de film is zijn personage immers somber en angstaanjagend, terwijl hij in het echt een ware schat is. Hij begreep het helemaal. ‘Maak je geen zorgen, kerel. Doe maar wat nodig is om er een goede film van te maken', zei hij. Ik was alleen met hem — en met Rob Letterman (de regisseur, red.), enkele producers en de marionet Slappy, die ons vanop haar stoel een nare blik toewierp. Het was een goede lunch!» (lacht)

U werkt weer samen met Rob Letterman, de regisseur van ‘Gulliver's Travels'. De film bevat zelfs een knipoog naar ‘Gulliver': de scène waarin u door dwergen wordt vastgebonden…

«Inderdaad, goed gezien! Maar dat zal wel puur toeval zijn...» (lacht)

Bekijkt u horrorfilms met uw kinderen?

«Ja, vooral oude zwart-withorrorfilms, want vandaag de dag zijn die minder eng – behalve ‘Psycho' dan! In het algemeen zijn Hitchcock-films de uitzondering op die regel, daar ga ik echt van flippen. Onlangs zagen we samen ‘The Invisible Man' (van James Whale uit 1963, red.) en ze hebben ervan gesmuld.»

De Kippenvel-reeks heeft een diepe indruk nagelaten op kinderen uit de jaren 90. Met welke boeken bent u opgegroeid?

«Het eerste boek dat echt indruk op mij maakte, was het sciencefictionboek ‘A Wrinkle in Time' (van Madeleine L'Engle uit 1963, in het Nederlands verscheen het als ‘Een plooi in de tijd', red.). Ik herinner me niet zoveel meer van de plot, maar het ging over het ruimte-tijdcontinuüm, de vortex. Daardoor ben ik andere SF-boeken beginnen lezen, van bijvoorbeeld Ray Bradbury en Isaac Asimov, en ook de gruwelverhalen van Edgar Allan Poe. Ik stond aan de Duistere Kant van de Kracht!» (lacht)

Wat boezemt u in het echte leven angst in?

«Een tiental jaren geleden was ik bij een vriend op bezoek. Plots brak er brand in het gebouw uit. Meteen sprong de lafaard in mij wakker en zette ik het op een lopen. Toen dacht ik: ‘Nee, ik moet terug, mensen helpen.' Het is een beetje gênant, maar mijn eerste instinct is altijd om mijn hachje te redden. Nu ja, ik heb uiteindelijk wel geholpen!»

Waar bent u het meest bang voor: de echte wereld of uw verbeelding?

«Heel goede vraag. De klimaatopwarming, dat vind ik pas eng! Maar sommige Amerikaanse presidentskandidaten beweren dat die alleen maar in mijn verbeelding bestaat! (lacht) Nochtans ben ik er nogal zeker van dat het allemaal echt is!»

Wat hebt u uit uw kindertijd overgehouden?

«Te weinig. Enkele jaren geleden speelde ik in ‘The Big Year' met Steven Martin, die een geniaal boek schreef over de herinneringen aan zijn kindertijd. Ik vroeg hem hoe hij erin was geslaagd ze allemaal te onthouden en hij antwoordde: ‘Ik heb een speciale doos en, iedere keer als ik iets belangrijks meemaak, bewaar ik er iets van in die doos.' Toen hij zijn boek wilde schrijven, heeft hij simpelweg die doos geopend. En ik, grote domoor, ik gooi altijd alles weg!»

Elli Mastorou