CD&V wil aantrekkelijk fiscaal statuut voor student-ondernemers

door
Belga
Leestijd 2 min.

Studenten die al tijdens hun studies als ondernemer aan de slag willen gaan, moeten een even aantrekkelijk fiscaal statuut krijgen als jobstudenten. Het huidige regime is immers niet ondernemersvriendelijk en moedigt studenten niet aan al met een eigen zaak te starten. Dat zegt CD&V-Kamerlid Griet Smaers, die een wetsvoorstel klaar heeft met als doel een eigen regime voor student-ondernemers te ontwikkelen dat de concurrentie kan aangaan met het statuut van een jobstudent. Heel wat studenten klussen bij als jobstudent. Zij kunnen 50 dagen per jaar genieten van een voordelig parafiscaal regime. Dat houdt in dat de RSZ-bijdrage beperkt blijft tot 2,71 procent voor de student en 5,42 procent ten laste van de werkgever. De normale socialezekerheidsbijdrage ligt voor de werknemer op 13,07 procent.

Het interessante statuut staat volgens Kamerlid Smaers echter in schril contrast met de sociale en fiscale behandeling van studenten die een zelfstandige activiteit willen uitoefenen. Zij kunnen dat vandaag enkel doen als zelfstandigein hoofdberoep of op uitdrukkelijk vraag in bijberoep. De zelfstandige in bijberoep wordt voor de eerste inkomstenschijf van 1.439,42 euro vrijgesteld van sociale bijdragen. Nadien betalen ze de gewone bijdragevoet van 21,5 procent.

"Dit statuut kan onmogelijk concurreren met dat van een jobstudent", klaagt de Vlaamse christendemocrate. "Als we studenten reeds tijdens hun studies willen laten proeven van het leven als zelfstandige, moet er een gelijk speelveld komen tussen het statuut van een studentenjob en dat van de student-ondernemer".

Daarom stelt Smaers voor dat student-ondernemers geen bijdragen moeten betalen op de eerste inkomensschijf van 6.505,33 euro. Boven dat bedrag betalen zij de gewone bijdragevoet (21,5 procent) tot de maximumgrens van 13.010,66 euro is bereikt. Het statuut kan enkel worden gebruikt tot de leeftijd van 25 jaar en enkel door studenten die hoofdzakelijk en actief school lopen.

Het voorstel brengt het bedrag om te bepalen of de student-ondernemer fiscaal ten laste is van de ouders, op hetzelfde niveau als dat van een jobstudent. Het voorziet voorts in de opening van een recht op gezondheidszorg tegen bepaalde voorwaarden. Dat moet een vacuüm vermijden wanneer de student geneeskundig niet meer ten laste van de ouders is, maar nog niet voldoende verdient om een eigen recht te openen.

bron: Belga