Cascais, de Rivièra van koningen en spionnen

Op een half uurtje van Lissabon houdt het meest westelijke puntje van het Europese continent evenveel fascinerende verhalen als landschappen verborgen. Glamour en dolce vita gaan hier hand in hand.
door
Liesbeth
Leestijd 2 min.

Flashback naar de jaren 40. Terwijl de rest van Europa in vuur en vlam staat, gaat het leven in Portugal – dat koos voor neutraliteit – bijna z'n gewone gangetje. Estoril, de schuilplaats voor heel wat Europese diplomaten, wordt het ideale toevluchtsoord voor spionnen van allerlei slag. In de gezellige bar van het luxueuze Palacio Hotel, vlakbij het casino, nipt triplespion Dulsan Popov van zijn cocktail. De notoire Servische rokkenjager, die vooral voor MI-6 werkt, wordt er vaak gespot met charmante dames. Zijn elegantie en vlotheid in dit luxueuze milieu springen de Brit Ian Fleming – ook een geheim agent – in het oog. De dandy van Estoril wordt de inspiratiebron voor zijn beroemde spion 007, die voor het eerst opduikt aan een pokertafel in Casino Royale uit 1952.

Terug naar 2016. Die mysterieuze, verleidelijke sfeer waart nog altijd door het marmeren luxehotel, waar heel wat royals hebben gelogeerd. Estoril is dan misschien wel wat van zijn glans verloren, het naburige Cascais heeft charme bij de vleet. Met zijn jachthaven, kleine stranden en elegante centrum is deze badplaats de ideale uitvalsbasis om de regio te verkennen. Te beginnen met de vlakbij gelegen Portugese hoofdstad.

Sprookjeskastelen

Het Palácio da Pena bevindt zich aan de top van een kronkelige weg vol haarspeldbochten. De Portugese vorsten die de hitte van Lissabon wilden ontvluchten, bouwden hier in de 19de eeuw een zomerverblijf dat recht uit een sprookje lijkt te komen. Terwijl het koninklijk paleis van Sintra de officiële residentie was – voor nationale zaken – had Pena alles in huis om dienst te doen als ruime maar gezellige, ‘bescheiden' gezinswoning. Wat meteen opvalt zijn de levendige, vrolijke kleuren. En het architecturale patchwork vertelt de geschiedenis van Portugal: hier barok, daar Moors, op nog andere plaatsen typisch Portugees met mooie azulejos (versierde aardewerktegels). Het paleis mag dan wel relatief klein zijn, in het uitgestrekte park errond loop je makkelijk verloren. En voor wie er niet genoeg van krijgt, liggen de bergen van Sintra bezaaid met nog heel wat andere kastelen, elk met een unieke geschiedenis.

De neus van Europa

Zin in frisse lucht? Dan is de Atlantische Oceaan je vriend. Aan dit stuk van de Portugese kust waait altijd een verfrissende wind, die het klimaat in de zomer heel aangenaam maakt. De duizelingwekkende kliffen krijg je er gratis bovenop. Als je uit het zuiden aankomt, geniet je van een echt postkaartuitzicht op het vissersdorp Azenhas do Mar, hoog op de rotsen. De ideale halte om een vers visgerecht te proeven in een authentiek familierestaurant. Stop meteen ook even in de wijngaarden van Casal de Santa Maria, in Colares, om de meest westelijke wijnen van het continent te degusteren. Vooral de witte is verrassend fris.

Meer prachtige fotomomenten vallen te rapen in Cabo da Roca, de neus van Europa. Deze rotspunt is het meest westelijke punt van het continent. Dit is ook een van de geliefkoosde spots van surfers. Voor we verder rijden naar Cascais, turen we nog even naar de horizon en denken we onvermijdelijk aan al die grote ontdekkingsreizigers die hier misschien wel voor het laatst hun land zagen…

Praktisch

De luchthaven van Lissabon ligt op een half uurtje van Cascais. Je kan er een auto huren om naar de kust te rijden of de kleine baantjes naar Sintra te doorkruisen. Sintra en de badplaatsen zijn makkelijk bereikbaar per trein vanuit de hoofdstad.

Door Nicolas Naizy

Foto R.V.