Brussel-Noord opnieuw drukste station van het land

Brussel-Noord was vorig jaar opnieuw het drukste treinstation van het land, net als in 2017. Er werden op een weekdag in oktober 62.344 opstappende reizigers geteld, zo blijkt uit reizigerstellingen die spoorwegmaatschappij NMBS publiceerde. In het Naamse dorpje Ham-sur-Sambre daarentegen stapten slechts acht mensen op de trein.
door
Belga
Leestijd 2 min.

De drie voornaamste Brusselse stations zijn al jarenlang de drukste van het land, een gevolg van de vele pendelaars die elke dag van en naar de hoofdstad sporen. Volgens de recentste tellingen kwam Brussel-Centraal op de tweede plaats, met 60.899 instappende reizigers op een weekdag, Brussel-Zuid volgde met 58.035.

Gent en Antwerpen volgen na Brussel

Het drukste niet-Brusselse station is dat van Gent-Sint-Pieters, met 56.189 instappende reizigers. Dan volgen Antwerpen-Centraal (36.823) en Leuven (33.932). Het eerste Waalse station is nu dat van Namen. Met 21.793 getelde reizigers springt het voorbij Ottignies (20.152), dat in 2017 nog het drukste station in Wallonië was. De top tien wordt aangevuld door Mechelen (19.457) en Luik-Guillemins (17.843).

In het weekend zijn de verschillen tussen de drukste stations veel kleiner. Dan worden in de drie Brusselse hoofdstations, Gent-Sint-Pieters en Antwerpen-Centraal telkens grosso modo 20.000 tot 25.000 instappende reizigers geteld per dag. Opvallend in de cijfers: de gestage opgang van het station van Brussels Airport. In 2009 werden daar 5.400 reizigers geteld, in 2017 ruim 8.100 en vorig jaar 9.403. Het treinstation onder de luchthaven van Zaventem is daarmee opgeklommen naar de vijftiende plek in de lijst van drukste stations van België. In 2017 stond het negentiende.

Ham-sur-Sambre het minst populair

Onderin staan acht Waalse station met maximaal twintig instappende reizigers. De tellers hadden het minste werk in Ham-sur-Sambre (8), Hourpes (Henegouwen, 10) en Verviers-Palais (11). Het Vlaamse station met de minste instappende reizigers was net als in 2017 dat van Aalst-Kerrebroek, met 26 reizigers op een weekdag. De cijfers moeten wel met een korrel zout worden genomen. Het gaat om visuele tellingen gedurende een korte periode (elk jaar in oktober), waardoor de foutenmarge aanzienlijk kan zijn. De NMBS gebruikt ze vooral om trends op langere termijn te ontdekken. De spoorwegmaatschappij zegt tellingen op basis van "geautomatiseerde technologieën" te bekijken, "maar tot nu toe biedt de manuele telling de beste prijs-kwaliteitsverhouding".