Black Friday, iemand?

Thanksgiving is een typisch Amerikaanse feestdag waarop gezinnen dankzeggen voor de oogst van het afgelopen jaar. Tegenwoordig is het vooral een familiemoment, in het gezelschap van een gigantische kalkoen, op de vierde donderdag van november. Om al dat overvloedige eten rustig te kunnen verteren, besloten de Amerikaanse werkgevers in 1932 om hun personeel een brugdag te geven. Een lang weekend van vier dagen is ideaal om op familiebezoek te gaan of… te gaan shoppen. 
door
Janne
Leestijd 3 min.

Pierre Jacobs

De vrijdag na Thanksgiving zien de winkelstraten en shoppingmalls traditioneel ‘zwart' van het volk, vandaar de term ‘Black Friday' die in de jaren 60 ingeburgerd geraakte. Voor veel Amerikanen is het dé gelegenheid om hun kerstaankopen al te doen.

Volgens neurowetenschappelijk onderzoekster Bonnie Taylor-Blake werden ‘Thanksgiving' en ‘Black Friday' voor het eerst in één zin gebruikt in november 1951, in een New Yorks handelsmagazine. Het viel haar op dat voordien veel werknemers plotseling ziek waren op vrijdag, mét een doktersbriefje om het te bewijzen. Als ze dan toch meer vakantie zouden geven aan hun personeel, beslisten de werkgevers toen dat het voordeliger was dat de dag na Thanksgiving te doen.

Vanwaar de naam?

In eerste instantie werd de term ‘Black Friday' pejoratief gebruikt door politieagenten en buschauffeurs die die dag moesten werken en overuren kloppen. De straten zien inderdaad ‘zwart' van het volk, de winkels barsten uit hun voegen en de wegen staan helemaal vast.

Volgens winkeliers heeft de term echter een andere verklaring. Het zou namelijk op Black Friday zijn dat ze uit de rode cijfers komen en weer met zwarte inkt (winst) hun boeken kunnen doen. Er worden cijfers genoemd van 20% tot 40% van de jaarlijkse omzet, in één weekend!

In 2013 deed op sociale media een gerucht de ronde dat er een verband was tussen deze termen en de dag dat slaven destijds openbaar verkocht werden. Het idee werd gestaafd door illustraties met de slogan ‘The Original Black Friday'. Maar het gerucht was geen lang leven beschoren en strookte geenszins met de historische realiteit.

In de jaren 90 gingen heel wat stemmen op om ‘black' te vervangen door ‘big'. Maar de term was al veel te verankerd. In Quebec wordt ‘Black Friday' trouwens soms vertaald als ‘Vendredi Fou'.

Solden, solden, solden

Omdat ze zoveel klanten over de vloer kregen, roken winkeliers hun kans en begonnen ze met waanzinnige solden te strooien. Het is trouwens tijdens de economische crisis van 2008 dat die promoties duizelingwekkende hoogtes bereikten. Grote merken boden zelfs tot 85% korting. Sommige grote winkels blijven trouwens 24u non-stop open. Alles voor de klant, zo vlak voor kerst.

En bij ons?

Black Friday stak rond 2014 definitief de oceaan over, maar we zijn er intussen al goed aan gewend. Het evenement neemt bij ons nog geen Amerikaanse proporties aan, maar de grote merken geven net als Uncle Sam wel fikse kortingen. 2017 was trouwens het eerste jaar dat er echt reclame gemaakt werd voor het shopfestijn. Gezien het succes zal het fenomeen ook in onze contreien ongetwijfeld stevig verankerd geraken. Zozeer zelfs, dat de grote merken afgelopen mei een lenteversie van Black Friday lanceerden: Belgian Friday.

En Cyber Monday? 

Ook aan deze kant van de Atlantische Oceaan gooien grote webspelers als Apple of Amazon massaal promotiecodes voor Black Friday naar je hoofd. Die zijn 24u geldig op hun website, of soms zelfs het hele weekend. In de States gaan consumenten nog altijd liever de straat op, maar de volgende maandag verdringen ze elkaar wel op het web. Cyber Monday, heet dat. Na een lang weekend vol solden profiteren de winkeliers van de shopping high om nog wat meer kortingen uit hun mouw te schudden. Vooral dan op elektronische producten. Vorig jaar overstegen de online uitgaven in de VS trouwens voor het eerst die in de traditionele winkels. Dat zou zich op 23 november moeten vertalen in nieuwe promo-initiatieven van ‘echte' winkels om die trend tegen te gaan.