BELGODYSSEE. Veerkracht na een sportblessure: «Je kan meer dan je denkt»

Veerkracht is altijd al een doorslaggevende factor geweest in de sportwereld. Het is de reden waarom Wout van Aert straks weer in het veld kan duiken, of waarom Thomas Van der Plaetsen in juli te zien zal zijn op het WK Atletiek na zijn hamstringblessure op de Olympische Spelen. Voor de Belgodysseewedstrijd spraken we met enkele atleten die uit het revalidatiedal klommen, en met sportpsychologe Tara Kuklis over wat veerkracht in de sport precies betekent.

door
Charles Gadeyne
Leestijd 3 min.

«Vier maanden geleden begaf mijn knie het op training tijdens een onschuldige torsiebeweging. Mijn meniscus, laterale band en kruisband scheurden alle drie doormidden.» Aan het woord is Thibaut Demasure, speler bij de Americanfootballploeg Izegem Tribes. Hij doorgaat een lang revalidatieproces dat hem zes maanden lang aan de zijlijn houdt. Achter hem werkt de herenploeg zijn wedstrijdvoorbereiding af voor de komende wedstrijd, zonder hem.

«Net na het ongeval was ik vooral kwaad. Ik wist dat het iets serieus was en dat ik een seizoen zou moeten missen. Uiteindelijk leg je je daarbij neer, en hoe vlugger je kan focussen op de volgende stappen, hoe gemakkelijker. Ik heb me dan maar 100% op mijn revalidatie toegespitst, zoals ik voor mijn sport zou doen», aldus Demasure over hoe hij de knop heeft omgedraaid.

Trauma

«Het eerste moment waarop een atleet een echt zware blessure krijgt, vertoont die vooral een traumarespons. Dat kan heel veel emoties oproepen, zoals verdriet, woede, frustratie, maar evengoed pure rouw», weet sportpsychologe Tara Kuklis.

Maar de klik om weer vol voor hun sport te gaan laat niet lang op zich wachten, aldus Kuklis. «Sporters stellen zichzelf heel hard in vraag na een blessure. Waarom doe ik dit? Heb ik dit er nog voor over? Wat wil ik nog bereiken? Het zijn de antwoorden op die vragen die de klik teweegbrengen. Dan volgt de acceptatie vanzelf, omdat ze weer doelen hebben om naartoe te werken.»

Paralympische droom

«Veerkracht betekent voor mij mentaal flexibel zijn, het oorspronkelijke doel aanpassen en daar nog eens sterker uitkomen», aldus Kuklis. «Daardoor kan een blessure ook iets heel positiefs zijn. Atleten leren hun eigen lichaam kennen en botsen eens op hun mentale limieten. Die mogelijkheid tot zelfreflectie maakt van een atleet een beter persoon.»

G-sporter David Delespesse kan dat alleen maar beamen. In 2001 verloor hij beide onderbenen in een ongeval, maar sinds 2013 staat hij terug op de atletiekpiste met loopblades. Met succes: Delespesse mocht België al vertegenwoordigen op EK’s en WK’s en hij droomt van de Paralympische Spelen.

«Het leven gaat verder. Ik wou niet in een zwart gat vallen, wat snel gebeurt na zo’n zwaar ongeval», vertelt Delespesse ons in de Topsporthal van Gent. «Ik heb alles snel gerelativeerd en geaccepteerd. Je kan veel meer dan je soms denkt. Kijk naar mij, ik dacht zelf dat lopen iets was dat ik nooit nog zou kunnen. En nu ik al op EK’s en WK’s stond, mag ik trots zijn op wat ik bereikt heb en op de weerbaarheid die ik aan de dag gelegd heb.»

WIE BEN IK?

Mijn naam is Charles Gadeyne, ik ben 21 jaar en ik studeer Journalistiek aan de Hogeschool West-Vlaanderen. Zodra de duo’s voor de Belgodyssee-wedstrijd gevormd waren, raakte ik aan de praat met mijn partner Gordon De Winter. Al vrij snel leidde het gesprek naar sport. Gordon is namelijk vier jaar lang profrenner geweest, terwijl ik rugbyspeler ben in het Franse Rijsel, op een redelijk niveau. Het was dus niet meer dan logisch dat we veerkracht gingen zoeken in de sport.