Amerikaanse oud-minister van Defensie haalt uit naar Trump

Jim Mattis, oud-minister van Defensie onder Donald Trump, heeft woensdag hard uitgehaald naar de wijze waarop de Amerikaanse president de protesten tegen racisme en politiegeweld aanpakt. "In mijn leven is Trump de eerste president die niet probeert om de Amerikanen te verenigen. Hij doet niet eens alsof. In plaats daarvan probeert hij ons te verdelen", laakt Mattis in een opiniestuk op de site van het blad The Atlantic.
door
camille.van.puymbroeck
Leestijd 2 min.

Sinds de zwarte Amerikaan George Floyd omkwam door politiegeweld, wordt in tal van Amerikaanse steden dagelijks gemanifesteerd tegen racisme, politiegeweld en sociale ongelijkheid. Honderdduizenden mensen betoogden vreedzaam, maar het kwam ook tot rellen en plunderingen. Trump dreigde er de voorbije dagen mee het leger in te zetten.

Geen volwassen leiderschap

Mattis heeft naar eigen zeggen "woedend en geschokt" de gebeurtenissen van de voorbije week gadegeslagen. "We zijn getuige van de gevolgen van drie jaar zonder volwassen leiderschap", zo luidt de aanklacht van Mattis. Hij vindt dat de betogers met recht en rede gelijke rechten opeisen en roept de Amerikanen op om bestuurders "die spotten met onze grondwet te verwerpen en verantwoordelijk te stellen".

Mattis is één van de meest gewaardeerde militairen in de Verenigde Staten. In december 2018 stapte hij op als minister van Defensie uit protest tegen de beslissing van Trump om de Amerikaanse troepen terug te trekken uit Syrië. Het is de eerste keer sinds zijn vertrek dat hij zijn ongezouten mening geeft over zijn vroegere baas. Het komt ook zelden voor dat een president zo wordt aangepakt door een oud-minister.

Spanningen

Ook de huidige minister van Defensie, Mark Esper, liet woensdag verstaan dat hij er geen voorstander van is om het leger in te zetten. Het deed meteen vragen rijzen over de positie van de man. "Op dit moment is minister Esper nog steeds minister Esper. Indien de president zijn vertrouwen zou verliezen, dan komen we dat in de toekomst allemaal te weten", antwoordde woordvoerster Kayleigh McEnany van het Witte Huis woensdag op vragen van journalisten over de positie van Esper.