SOUNDCHECK. De cynicus in School Is Cool-frontman Johannes Genard: "Ik kan over bijna niets anders meer schrijven dan relaties en FOMO"

Het parcours van School Is Cool kende sinds hun winst op Humo's Rock Rally in 2010 vele pieken (gesmaakte passages op Dranouter, Marktrock en Pukkelpop) en dalen (exits van bandleden). De band boog maar kraakte nooit. Een leek zou het ensemble verslijten voor een ordinaire propagandamachine van het Vlaamse onderwijs, maar School Is Cool onderwees Vlaanderen de voorbije tien jaar vooral in volle, kleurrijke pop. Al heeft die op het vierde studio-album een meer cynische inslag gekregen. Metro vroeg frontman Johannes Genard om tekst en uitleg.
door
quentin.soenens
Leestijd 3 min.

Dag Johannes. Hoe anders is het nieuwe album in vergelijking met de vorige langspeler; ‘Good News'?

Johannes Genard: «Het is grilliger en raarder. De nummers zijn langer en er duiken veel solo's op. Tijdens het maakproces schep ik er veel plezier in om instrumenten en klanken die ik normaal niet zou gebruiken in een song te integreren, zoals een saxofoon. Kan zo'n instrument een nummer dragen zonder dat het een foute boel wordt? Het is een leuke uitdaging. Doedelzak staat bijvoorbeeld nog op mijn lijstje.»

Het gros van de nummers gaat over relaties en de vele facetten ervan. Ben je een emotioneler mens geworden nu je twintigerjaren achter de rug zijn?

«Ik merk heel hard dat ik bijna niet meer in staat ben om te schrijven over andere dingen dan relaties en universele angsten, zoals FOMO (‘Fear Of Missing Out', nvdr.) of faalangst. Vanwaar dat komt weet ik niet. Ik vermijd het putten uit eigen ervaringen, omdat ik anders te specifieke teksten schrijf die niemand snapt. Ik schrijf wel graag over kleine, alledaagse dingen: relaties die op een zielige of banale manier uit elkaar vallen bijvoorbeeld. Dat ik vind ik veel interessanter dan een spectaculaire break-up.»

En daarmee komen we naadloos bij de titel van de plaat, ‘Things That Don't Go Right'. Die lijkt een cynisch, negatief album aan te kondigen.

«De titel ligt wat ongemakkelijk in de mond en dat is op zich al tof. Het klopt dat de plaat een cynisch kantje heeft. Dat was een bewuste keuze, omdat ik vind dat de mensheid in België tussen twee vuren zit: aan de ene kant door sociale media, waarop iedereen elkaar probeert af te troeven over hoe geweldig hun leven is, terwijl de saaie, gênante kantjes van een mensenleven weggemoffeld worden. Iedereen kijkt jaloers naar elkaar, maar het besef dat ze er zelf aan meedoen dringt niet door. Anderzijds zijn er de nieuwsmedia, die vrijwel uitsluitend slecht nieuws de wereld insturen. Als je dezer dagen het nieuws volgt krijg je het gevoel dat onze wereld in brand staat en de tweede pest is uitgebroken. Het lijkt alsof er van alles gaande is waar we bang voor moeten zijn. In die wrange positie zit de moderne mens, en die ongemakkelijkheid wou ik met de albumtitel laten doorschemeren.»

Foto T. Salden

De band vierde afgelopen jaar zijn tienjarig bestaan. Hoe blik je terug op dat decennium?

(denkt na) «Een hoogtepunt was een optreden op het Paléo Festival in Zwitserland, waar tweeduizend man in een tent uit volle borst één van onze singles meezong terwijl we zelf niet eens wisten dat die daar op de radio gespeeld werd. Wij speelden toen in hetzelfde tijdslot als Beach House, en toch was er veel volk naar ons gekomen. Als ik de videobeelden van dat concert bekijk geneer ik me altijd kapot omdat ik zo hard aan het springen was van enthousiasme.»

«Een dieptepunt is natuurlijk de exit van bandleden. Soms was dat in onaangename omstandigheden, soms in samenspraak en met wederzijds begrip, zoals bij onze violiste Nele Paelinck (die naar Argentinië emigreerde, nvdr.). Een band evolueert muzikaal, en dan moeten er op bepaalde momenten harde keuzes gemaakt worden. Maar op dit moment zijn we een heel hechte, goed op elkaar ingespeelde groep.»

Je liet je onlangs in een interview ontvallen dat je niet in de wieg gelegd bent om muzikant te worden en eigenlijk liefst striptekenaar wou worden.

(lacht) «Als kind stond ik bekend als het mannetje dat altijd tekende. Maar toen ik een gitaar kreeg van mijn moeder was het liefde op het eerste gezicht. Toen moest alles plaatsmaken voor mijn passie voor muziek.»

Pour la petite histoire: je hebt ooit auditie gedaan voor De Slimste Mens, maar werd uiteindelijk niet gevraagd voor de opnames. Heb je het gevoel dat je een grote kans gemist hebt om de populariteit van de band op te krikken?

(lacht) «Wie weet. Goh, die auditie was echt een heel vreemde avond. Op de weg naar de testquiz beet ik in een snoepje en brak plots een groot stuk van mijn kiezen af. Ik was die hele avond doodzenuwachtig, want ik moest grappig en intelligent overkomen terwijl mijn lichaam blijkbaar uit elkaar begon te vallen. Uiteindelijk heeft die tand mij genekt.» (lacht)

Tot slot: je bent onlangs voor het eerst vader geworden. Hoe bevalt het vaderschap tot nu toe?

«Super. Supervermoeiend ook (lacht). Het is fysieke afbraak. Maar ik heb nog nooit zo hard en veel gelachen als met mijn dochtertje. Ze is zó grappig en schattig. Ik krijg niet genoeg van haar.»

Quentin Soenens

‘Things That Don't Go Right' verscheen op 8 maart. Het concert in de Charlatan in Gent op 16/4 is reeds uitverkocht, net als het optreden in de Ancienne Belgique op 24/4. Voor het optreden in Trix op 18/4 zijn nog een beperkt aantal tickets verkrijgbaar.