SOUNDCHECK. "Dansen met tranen in de ogen" op de vierde worp van Django Django

België leerde de Britse indieband Django Django kennen door ‘Default', de monsterhit die in 2012 hun titelloze debuut sierde. Negen jaar en drie platen later is de band er vooralsnog niet in geslaagd om hun doorbraak te evenaren, laat staan te overtreffen. Ook niet met ‘Glowing In The Dark', de vierde langspeler van Django Django. Metro klopte voor tekst en uitleg aan bij zanger/gitarist Vincent Neff.
door
quentin.soenens
Leestijd 5 min.

Dag Vincent. Waar verwijst die duisternis naar in de titel ‘Glowing In The Dark'?

Vincent Neff (foto uiterst links): «Anno 2019 hing een naargeestig klimaat in Groot-Brittannië: er heerste veel xenofobie, angst en afkeer tegenover buitenlanders. Gevoelens die gevoed werden door de overheid. Ikzelf ben een Ier die in Londen woont: een hele homogene plaats. Mijn buren komen uit alle uithoeken van de wereld. Van zodra je een voet buiten Londen zet, kom je in een andere wereld terecht. In ruraal Engeland wordt je gezien als een bedreiging als je niet de juiste kleding draagt of de juiste huidskleur hebt.»

«Ik beschouw mezelf als een Europeaan. Ik – en ik denk de rest van de band ook – geloof rotsvast in de idealen van de Europese Unie. De gang van zaken frustreerde ons dan ook enorm, net als de agressieve retoriek en gedachtegangen die meer en meer gangbaar werden. We speelden zelfs met het idee om Engeland te verlaten en terug te keren naar Ierland, of naar een meer tolerant land. ‘Glowing In The Dark' is escapistisch, in die zin dat we trachtten te ontsnappen aan hetgeen in ons land toen gaande was.»

«Maar er zijn ook politieke thema's in de plaat verweven. ‘Headrush' bijvoorbeeld gaat over de hebzucht van oorlogsvoering. ‘Night of the Buffalo' gaat over de Ierse gemeenschap en native Americans; lotgenoten die sympathiseerden met elkaar toen ze in de jaren 1800 verjaagd werden uit hun leefgebied. De inspiratie voor die song kwam toen Trump een oliepijpleiding in de Verenigde Staten liet bouwen, dwars door de reservaten van native Americans. Ook de actualiteit inspireert ons, zoals de brexit en de wereldwijde opkomst van extreemrechts. Dat laatste is zowat een rode draad doorheen de plaat.»

Zou ik het album als ‘pessimistisch' mogen omschrijven?

«De instrumentatie is energetisch, en de plaat klinkt op het eerste gehoor vrij positief. Maar inderdaad, als je dieper in de lyrics graaft ontwaar je bezorgdheid. ‘Glowing In The Dark' schreeuwt bijvoorbeeld om een baken, een licht om ons uit dit donkere politieke landschap te gidsen. Maar het album is ook yin en yang, een evenwichtsoefening tussen upbeat vrolijkheid en droefgeestig cynisme. Een beetje zoals dansen met tranen in je ogen.»

«We mijmeren vaak over de plaats waar we opgegroeid zijn, in Noord-Ierland, in de jaren tachtig en negentig. Dat was toen ook een grimmige plaats en tijd, maar wel één die positieve muziek baarde. Mensen leefden zich uit in hardcore raves en probeerden de tijd van hun leven te hebben, ondanks de zwartgallige situatie van toen. Ze plukten de dag. Punkbands uit mijn heimat, zoals The Undertones, vierden toen hoogtij, met hun punkattitude tegen die grimmige achtergrond van bijna-oorlogsvoering.»

Heeft Django Django die punkattitude geadopteerd?

«Toen we begonnen, ja. We hoopten aanvankelijk om een cultstatus te verwerven in Londen of Glasgow: je weet wel, zo'n band die op bierbakken optreedt in een achterafkamertje tijdens clubnights. Ons doel was om het publiek te vermaken – zelfs al wist ons publiek niet eens wie wij waren. We wisten niet wat we deden: geleende gitaren, shitty microfoons, … Maar we zijn plantrekkers en hebben ons een weg naar omhoog gewerkt. Dat was in zekere zin wel punk.»

Mis je die punkattitude de dag van vandaag?

«Ik denk dat die attitude er nog steeds is, alleen is het meer verborgen en heeft het misschien niet meer de allures van punk. Het heeft een andere gedaante aangenomen. Er staan vandaag de dag meer en meer lokale hiphoppers met een punkattitude op. Selfmade men & women die een publiek vinden dankzij de streamingplatformen. Zij hebben meer voeling met de locals en de lokale problematieken die er spelen. Dat is enorm empowerend: ze hebben hun eigen lot in handen.»

België leerde Django Django kennen via de song ‘Default' in 2012. Na die hit pikten onze radiozenders bitter weinig nieuw werk van Django Django op. Heb je daar een verklaring voor?

«Wat werkt en niet werkt, is nog steeds een mysterie voor mij. Ons debuut was vrij sterk, maar een debuut heeft altijd een soort naïviteit in zich: je weet niet wat je doet. Die vrolijke naïviteit hoor je doorheen de plaat. Vanaf de tweede plaat is het nieuwe eraf: iedereen kent je bandsound en je stijl, je kan minder verrassen, en dan moet je bevestigen.»

«Ja, ons tweede album was commercieel minder succesvol dan ons debuut. Maar wij gaan door, en blijven geloven in de songs. Of we nu succesvol zijn of niet: we rapen onszelf op en blijven schrijven, want niemand van de band ziet zichzelf iets anders doen. Muziek is ons leven.»

«Na ons debuut hebben we het risico genomen om het anders aan te pakken. Dat onberekende zit een beetje in ons DNA. Zo was het eveneens een gok om ons nieuw album uit te brengen tijdens de coronacrisis, omdat we geen perspectief hebben over mogelijke concertdata. Maar anderzijds kan je in de schaduw blijven zitten en afwachten: da's ook een gok. Zo zijn wij niet. Zeker in deze tijden is het meer dan ooit de plicht van artiesten om het leven van mensen te verlichten door hun afgewerkte materiaal uit te brengen, en niet in de koelkast te steken. Artsen, verplegers en gezondheidswerkers kunnen niet beslissen om hun werk even ‘on hold' te zetten. Iedereen heeft zijn eigen rol te spelen. Als muziek kan zorgen voor ook maar een straaltje zonneschijn in een mensenleven, dan is het de moeite om te releasen.»

Quentin Soenens