Leen Dendievel: "Liefde is alles, óók hartenleed"

In de wintermaanden kruipen we graag knus bij onze geliefde, maar voor de gebroken harten onder ons zijn de koude temperaturen extra kil. Met haar boek ‘Hard: Liefde sterft nooit' biedt Leen Dendievel, ook wel bekend als transgender Kaat uit ‘Thuis', enige troost. “Je bent niet alleen”, is haar hartverwarmende boodschap.
door
Heleen
Leestijd 4 min.

Wat is je het meest opgevallen in de zoektocht naar de emotionele en fysieke aspecten van een gebroken hart?

“Ik heb twintig dieptegesprekken gevoerd met mensen die liefdesverdriet gekend hebben of die er op dat moment mee worstelden. Iedereen had een ander verhaal, maar dezelfde aspecten kwamen altijd naar voren. Er is een terugkerende basis van reacties op een relatiebreuk, ongeacht leeftijd of geslacht. Men zegt weleens dat vooral vrouwen klagen over kwaaltjes, of zich meer laten meesleuren door hun verdriet. Niets is minder waar: mannen ervaren evenveel pijn. Wel is het volgens mij zo dat mannen eerder hun gevoelens zullen blootleggen bij hun vrouwelijke vrienden.”

Er rust een groot taboe op liefdesverdriet, zo stel je in ‘Hard'. Vanwaar komt het schaamtegevoel dat met een gebroken hart gepaard gaat?

“Als iemand heel duidelijk heeft gesteld dat die jou niet meer wil, dan durf je er misschien niet voor uit te komen dat je nog steeds verliefd bent op die persoon. Of als de breuk al jaren geleden is, dan verwacht de omgeving niet dat je daar nog steeds mee in je maag zit. ‘Ik zou het eigenlijk al verwerkt moeten hebben', denk je dan, maar iedereen moet de tijd krijgen om een afgesprongen relatie te boven te komen.”

Hoe uit dat taboe zich concreet in de samenleving?

“Liefdesverdriet wordt te snel onder het tapijt geveegd. ‘Er zwemmen nog genoeg vissen in de zee' of ‘dat gaat wel over' zijn vaak de ondoordachte antwoorden die mensen met hartzeer te horen krijgen. Maar soms is het zo zwaar dat ze zich niet meer kunnen concentreren op het werk of dat ze zelfs hun bed niet uit geraken ‘s morgens. Depressies en burn-outs worden ondertussen wel ernstig genomen, maar liefdesverdriet heeft óók een invloed op het lichamelijk functioneren, met alle gevolgen van dien.”

Hoe kunnen we daar verandering in brengen?

“Door een luisterend oor te bieden. Als iemand al de moed heeft om zich uit te drukken, dan mag dat niet geminimaliseerd worden. Alleen zo kunnen mensen beseffen dat ze er niet alleen voor staan. ‘Eindelijk lees ik dat ik niet abnormaal ben, en dat ik deze pijn mág voelen', zo mailen lezers mij. Dat is vooral belangrijk: het besef dat ze mogen ventileren en niet beschaamd hoeven te zijn.”

Oude liefde roest niet. Klopt het dat het failliet van de eerste liefde het pijnlijkst is?

“We worden wijzer met de leeftijd, maar dat betekent niet dat we sneller een breuk verwerken. Je kunt het ook omgekeerd bekijken. Een volwassen relatie kan zo intens zijn dat je achteraf meer tijd nodig hebt om het verdriet te overwinnen. Je kunt dan wel rationeel denken dat je sneller je moed bijeen zult rapen dan de vorige keer, maar soms heb je je gedachten niet onder controle of spartelt je lichaam tegen. De manier waarop je geneest van een scheiding is afhankelijk van je karakter en de situatie waarin je hebt gezeten. Daarom staan er ook geen tips in mijn boek. Wel beschrijf ik de verschillende hechtingsstijlen. Iedereen heeft in zijn of haar jeugd een individuele manier ontwikkeld om zich te hechten, en dus ook om zich te onthechten.”

Kunnen we ons hart meer pantseren door naar een psycholoog te gaan?

“Ik ben ervan overtuigd dat elk kind evenzeer een uurtje bij de psycholoog nodig heeft als turnles. Het is altijd interessant om je hart te luchten bij een derde die niets met jouw leven te maken heeft en die de puzzelstukjes voor je samenlegt. Dat geldt voor iedereen die zich een weg baant door het leven, en voor mensen met liefdesverdriet in het bijzonder. Gelukkig zetten steeds meer mensen de stap naar de psycholoog, maar ook in de dagdagelijkse omgeving zou de schaamte moeten wegvallen.”

Voor transgenders en holebi's is het wellicht nog moeilijker om openlijk over hun smart te praten, aangezien zij op nog meer afwijzing botsen.

“Er zijn nog altijd veel zelfmoorden in de holebigemeenschap. Dat is heel betreurenswaardig. Ik denk dat we op de goede weg zijn, maar we moeten nóg een breder vizier hebben in het leven.”

Foto Selina De Maeyer

Probeer je ook meer openheid teweeg te brengen met je transgenderrol in ‘Thuis'?

“Transgenders moeten blijkbaar nog steeds hun plek veroveren in de maatschappij. Vaak is de keuze niet het moeilijkst voor de persoon in kwestie, maar voor de omgeving die ermee moet leren omgaan. Eenmaal iemand heeft beslist om als vrouw of man door het leven te gaan, dan moeten de vrienden, collega's en kennissen die identiteitsverandering ook aanvaarden en zich aanpassen. Dat vraagt tijd. Ik hoop dat mensen minder zwart-wit gaan denken dankzij Kaat Bomans, mijn transseksueel personage in ‘Thuis'. De geslachtsverandering doet er ondertussen nog weinig toe in de soap: Kaat is een vrouw die vrouwensituaties meemaakt.”

Op welke momenten voel je je geslaagd in jouw missie?

“Op de Boekenbeurs vroeg een man mij of ik in zijn exemplaar van ‘Hard' een ‘ter nagedachtenis van'-berichtje kon schrijven. Zijn zoon was uit het leven gestapt omdat de liefde hem in de steek had gelaten. Daar werd ik even stil van. ‘Het boek zou moeten gelezen worden in middelbare scholen', zei de vader. Een geweldig compliment!”

Tekst Charlotte De Cort