Dit is de beste tijd om te gaan slapen volgens nieuw onderzoek

Kruip jij iedere avond vroeg onder de wol of ben je een nachtbraker? Nieuw onderzoek heeft de beste tijd om te gaan slapen vastgesteld. Mensen die na middernacht naar bed gaan, komen hier niet voordelig uit.

Accepteer cookies om deze inhoud weer te geven.
door
Metronieuws.nl
Leestijd 2 min.

Het is geen geheim dat slaapkwaliteit een grote rol speelt in onze algehele gezondheid. Uit nieuw wetenschappelijk onderzoek van Huma Therapeutics, waarvan de resultaten werden gepubliceerd in European Heart Journal, blijkt nu dat het tijdstip waarop we naar bed gaan ook specifiek van invloed is op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten.

Beste tijd om te slapen

Voor het onderzoek werden in totaal ruim 88.000 mensen onderzocht, en de conclusie is dat een bedtijd tussen 22.00 en 23.00 uur het beste is voor je gezondheid. Als je rond deze tijd naar bed gaat, dan is volgens deze cijfers het risico op hart- en vaatziekten het laagst. Op basis daarvan hebben de onderzoekers de ideale tijd vastgelegd.

Denk jij voordelig uit te zijn door nog eerder dan 22.00 naar bed te gaan? Dan hebben we slecht nieuws: als je voor 22.00 uur in bed ligt, dan is de kans op hart- en vaatziekten zo’n 12 procent groter. Maar mensen die later dan 23.00 naar bed gaan, nemen een nog groter risico. Vertrek je pas na middernacht naar dromenland, dan is de kans op hart- en vaatziekten maar liefst 25 procent groter dan wanneer je op het aanbevolen tijdstip je bed in kruipt.

«De resultaten van het onderzoek suggereren dat vroege of late bedtijden de biologische klok waarschijnlijk zullen verstoren. Met nadelige gevolgen voor de cardiovasculaire gezondheid», meldt hoofdonderzoeker David Plans in een persbericht.

Wel benadrukt hij dat het tijdstip waarop je naar bed gaat niet per definitie zorgt voor hartproblemen. Er zijn talloze andere factoren die invloed kunnen hebben op jouw hart- en vaatgezondheid. Denk aan (overmatig) alcohol drinken, beweging, slaapkwaliteit en het voedingspatroon. Daarnaast speelt ook erfelijkheid een rol.