Zo krijg je privacy op het werk

door
Hans
Leestijd 2 min.

Privacy is een universele basisbehoefte die uiteraard doorloopt tot op de werkvloer. Vrijwel alle kantoorwerkers hebben behoefte aan een rustige, private werkplek waar ze gedurende de werkdag met regelmaat ongestoord en geconcentreerd kunnen werken. Privacy op de werkvloer valt op te delen in ‘informational privacy' en ‘stimulation privacy'. Bij informational privacy gaat het om de mogelijkheid om persoonlijke informatie voor anderen af te schermen. Bij stimulation privacy betreft het vermogen om storende omgevingsinvloeden te voorkomen of te beperken. De wijze waarop mensen privacy nastreven is afhankelijk van iemands persoonlijkheid, gemoedstoestand en de taken die hij op dat moment moet uitvoeren.

De onderzoekers van Steelcase onderscheiden vijf verschillende manieren waarop kantoorwerkers privacy nastreven

Selectieve openheid

Zelf bepalen wat anderen van je zien en weten door selectief te zijn in je gedragingen en de informatie die je deelt. Voorbeelden: terughoudend zijn in de zaken die je online deelt via sociale media en persoonlijke items die je wel of niet op je werkplek toont.

Wederzijds vertrouwen

Vertrouwelijke of persoonlijke informatie delen binnen een relatie die is gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Voorbeelden: persoonlijke informatie delen met een collega en een functioneringsgesprek met je manager.

Bewuste afscherming

Jezelf afsluiten voor de zienswijzen van anderen om te voorkomen dat je denkpatroon of gedrag daardoor wordt beïnvloed. Voorbeelden: het dragen van koptelefoons, je beeldscherm wegdraaien voor anderen.

Fysieke afzondering

Je fysiek afzonderen van collega's om je te kunnen concentreren, uiting te geven aan emoties, zaken te reflecteren, privéaangelegenheden af te handelen of nieuwe energie op te doen. Voorbeelden: een privéruimte opzoeken, naar buiten gaan.

Strategische anonimiteit

Voor een bepaalde periode ‘onbekend' of ‘onzichtbaar' zijn om normale sociale afleidingen en onderbrekingen te vermijden. Voorbeelden: in een openbare ruimte werken en onder een aangenomen identiteit participeren in een online discussie.

Omdat de manier waarop mensen privacy nastreven per individu verschilt, zou iedere werkgever eigenlijk een kantooromgeving moeten bieden die alle vijf bovengenoemde privacy-uitingen ondersteunt. Volgens Chris Congdon, director research communictions bij Steelcase, betekent dit echter niet dat we terug moeten naar alleen maar individuele, afgesloten kantoren: ‘Het gaat veel meer om de mogelijkheid die iemand heeft om zelf een werkplek te kiezen en zo zeggenschap uit te oefenen over het niveau van information- en stimulation privacy. Een kenniswerker voert gedurende een werkdag doorgaans verschillende soorten taken uit en ervaart door de dag heen verschillende gemoedstoestanden. Op basis hiervan zal hij het ene moment de voorkeur geven aan een samenwerkplek en een andere keer aan een concentratiewerkplek. Voor het welzijn van de medewerkers en het innovatievermogen van een organisatie is het belangrijk dat er een goede balans bestaat tussen samenwerkplekken en plekken waar medewerkers zich terug kunnen trekken.