Waarom scoort Vlaanderen zo slecht op STEM?

Bijna nergens in Europa behalen zo weinig studenten een hoger diploma in wiskunde, wetenschappen of technologie dan in Vlaanderen. Recent bleek nog maar eens uit cijfers van Statistiek Vlaanderen dat het aandeel studenten met een STEM-diploma slechts een vijfde van alle diploma’s bedroeg. We hebben STEM-profielen nochtans meer dan ooit nodig. Wat loopt fout?

door
Redactie online
Leestijd 2 min.

Om de toekomstige transformaties rond klimaat, digitalisering en energie het hoofd te bieden, hebben we nood aan een pak meer profielen die gespecialiseerd zijn in STEM, ofwel Science, Technology, Engineering en Mathematics. Dat wordt niet evident. Van alle afgeleverde diploma’s in het hoger onderwijs in 2020 bedroeg het aandeel afgeleverde diploma’s in wiskunde, wetenschappen of een technologische richting slechts 19%. Daarmee scoort Vlaanderen Europees laag voor diploma’s wiskunde, wetenschappen en technologie. De toplanden zijn Duitsland (36%), Oostenrijk (31%) en Roemenië, Slovenië en Kroatië (elk 30%). Gemiddeld gaat het in Europa om een kwart van de uitgereikte diploma’s hoger onderwijs.

Sinds juni 2021 werd daarom een STEM-agenda voor 2030 goedgekeurd door de Vlaamse regering. Het doel? Meer STEM-profielen naar de arbeidsmarkt begeleiden. Maar uit de agenda blijken ook andere uitdagingen die we dringend moeten aanpakken.

Te weinig vrouwenstemmen

Er ligt nog altijd enorm veel verloren potentieel bij vrouwelijke wiskundeknobbels en techniekers. In 2020 bedroeg het aandeel wiskundige, wetenschappelijke en technische diploma’s bij mannen 35% en bij vrouwen slechts 8%. De barrières zijn bekend: aangeleerde genderrollen, het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen, hardnekkige stereotypes, te weinig stimulatie op de schoolbanken en een mannencultuur binnen STEM. Werk die socioculturele struikelblokken weg, en een pak meer meisjes zullen het zelfvertrouwen en lef vinden om zich te wagen aan STEM.

TSO en BSO als B-richting

«Alsof een stiel leren slechts een plan B kan zijn voor als de A-richting iemand niet ligt, niet gaat», schreef Ruth Lasters, ex-stadsdichter van Antwerpen, recent nog in een gedicht over de stigmatiserende onderwijslabels, waarbij ASO gelijkstaat aan succes, en BSO en TSO aan minderwaardigheid. Uit de STEM-monitor, dat de tendenzen binnen STEM-opleidingen opvolgt, blijkt dat er nog lang niet genoeg jongeren gestimuleerd worden om technische en beroepsopleidingen te volgen in het secundair onderwijs. Een herwaardering van die richtingen zou leerlingen stimuleren om zich op te leiden tot een trotse stielman of -vrouw.

Kennis in scholen ontbreekt

Ook scholen hebben vaak nog te weinig STEM-geletterdheid. Hoewel uit PISA-onderzoek blijkt dat Vlaamse leerlingen vrij sterk scoren in het domein wiskunde en wetenschappen, is de belangstelling eerder klein. Volgens het STEM-rapport slagen scholen er nog niet genoeg in om de maatschappelijke relevantie van exacte wetenschappen en techniek aan te tonen in het curriculum. Ook worden er te weinig verbanden gelegd met de arbeidsmarkt. Daarom wil de Vlaamse regering onder meer leerlingen laten kennismaken met verschillende beroepen uit het bedrijfsleven en ook die bedrijven meer betrekken bij het ontwikkelen van STEM-richtingen.