“Vanaf eerste dag volwaardig lid van het team”

Ingenieurs zijn nog steeds grof wild op de arbeidsmarkt. Niet zelden maken de studenten in richtingen die naar het diploma van ingenieur leiden,  nog voor ze afstuderen een keuze voor hun latere werkgever. Vandaar ook hun massale belangstelling voor de grote jobbeurs, die het VTK begin maart organiseerde in de Brabanthallen van Leuven.
door
Kevin
Leestijd 5 min.

Op de tientallen stands van de bedrijven en overheidsorganisaties konden de studenten, maar ook werkzoekenden en andere belangstellenden, zich uitgebreid informeren over de carrièremogelijkheden. Een andere manier om deze informatie te vergaren, was even te gaan luisteren naar het grote debat dat tijdens de beurs werd georganiseerd. In samenwerking met deze krant, had VTK een sterk panel op debeen gebracht. Daarin zetelden afgevaardigden van prominente bedrijven, die op een vlotte en eerlijke manier kwamen getuigen over hun ervaringen als sollicitant en werknemer. Onder de deskundige leiding van journalist Dominiek Claes (chef Economie bij Het Belang van Limburg), gingen ze in op de soms netelige vragen die hen voor de voeten werden geworpen. In dit eerste deel van het verslag, stellen we graag de deelnemers aan het debat, en hun werkgevers, kort aan u voor.

Stijn Kusters liet het lieflijke Limburg achter zich om aan de slag te gaan bij Umicore. Het op en top Belgische bedrijf is een wereldspeler in materiaaltechnologie, met acht vestigingen in ons land. Umicore ontwikkelt technologieën en produceert materialen voor hoogwaardige zonnecellen, herlaadbare batterijen, LED-toepassingen, katalysatoren, enzovoort. Via recyclage worden kostbare metalen herwonnen uit onder meer laptops en gsm's. Stijn Kusters ontpopte zich bij Umicore op korte tijd tot productieverantwoordelijke. “De keuze voor Umicore was destijds ingegeven door de mogelijkheden om met beide voeten in een productie-omgeving te kunnen staan,” vertelt Stijn. “Ik herinner me dat ik destijds een vijftal interessante voorstellen had om een eerste contract te tekenen. Van vroegere studiegenoten wist ik dat ze heel positief waren over hun job bij Umicore, wat de balans al snel naar hen deed overhellen.”

Jan Vermeulen wist naar eigen zeggen niet heel veel van Capgemini toen hij er zijn kribbel onder een arbeidscontract zette. Capgemini is een internationaal IT-bedrijf, dat in 44 landen zo'n 180.000 mensen tewerkstelt. Er wordt aan voornamelijk grote ondernemingen een heel breed pakket van IT-diensten aangeboden, verdeeld over 4 grote groepen: consultancy, technologie, outsourcing en gespecialiseerde lokale projecten. Het bedrijf heeft een uitstekende reputatie als werkgever, en dat is ook Jan Vermeulen destijds niet ontgaan. “Ik ben uit nieuwsgierigheid naar een event van hen geweest, Discussion & Dinner genaamd. In een goed restaurant geraakte ik overtuigd van hun visie en de carrièrekansen die er werden geboden.” Met succes, want Jan groeide bij Capgemini door van software-ingenieur tot Skill Center Manager, waar hij momenteel een 70-tal mensen aanstuurt.

Stephen Furniere had als student al een goed beeld van de activiteiten die de Spoorwegen uitvoeren. Als verantwoordelijke voor het treinvervoer van de passagiers, vormt de NMBS samen met infrastructuurbeheerder Infrabel, het geheel dat men de  Belgische Spoorwegen noemt. De nationale treinmaatschappij spreekt nog steeds tot de verbeelding, ook als interessante werkgever. “Het was als kind, toen ik nog met Legotreinen speelde, al mijn wens om ooit voor de Spoorwegen te kunnen werken,” zegt Stephen. “Ik heb dan ook niet verder gekeken dan de vacatures die daar beschikbaar waren. Twee weken nadat ik mijn diploma in handen had, ben ik er aan de slag gegaan. Een beslissing waar ik vandaag nog geen seconde spijt van gehad heb.”

Tobias Leysen was de werknemer die Jan De Nul naar het debat had afgevaardigd. Het bedrijf voert als één van de wereldspelers in zijn sector,  voornamelijk baggerwerken uit voor grote projecten in het buitenland. Daarnaast is Jan De Nul actief als aannemer van civiele bouwwerken en worden gespecialiseerde milieu-opdrachten aanvaard, zoals bodemsanering en afvalverwerking. Dat Tobias Leysen naar het buitenland zou uitgezonden worden, was destijds één van de redenen om voor Jan De Nul te kiezen. “Een schitterende tijd, die volledig paste bij de startfase van mijn carrière,” zegt hij. “Het mooie aan dit bedrijf is dat er ook heel veel opties zijn als je later dichter bij huis een professionele uitdaging zoekt.”

Elia, de beheerder van het Belgische transmissienet voor elektriciteit, was er nog niet zo lang geleden als de kippen bij om Janus De Bondt een mooie job aan te bieden. De ingenieurs zorgen er voor de aansluiting van bedrijven en energieproducenten op het hoogspanningsnet, en houden de balans tussen de productie en het verbruik nauwgezet in het oog. Ook in de waaier van ondersteunende diensten, zoals de adviesverlening, audits of onderhoud, kunnen mensen als Janus hun ei kwijt bij Elia. “Alles is hier piekfijn geregeld,” vertelt hij. “Op de eerste dag stond mijn bedrijfswagen al klaar. Ik werd bij de start niet beschouwd als een groentje in opleiding, maar direct als een volwaardig lid van het team. Dat geeft je vleugels.”

En ook Johan Van Tilburg is zijn professionele uitdaging aangegaan in de energiesector. Bij Engie, de nieuwe naam van energieproducent en verkoper Electrabel, staat hij in voor… Een job waarin hij zijn voorkeur voor praktijkgerichte toepassingen ten volle kan ontwikkelen. “Dat was voor mij inderdaad heel belangrijk toen ik de keuze voor een werkgever moest maken,” herinnert hij zich. “Het goede gevoel dat ik overhield aan de kennismaking gaf echter de doorslag. Ik wist direct dat de passie en gedrevenheid die ik wou tonen, bij Engie goed tot hun recht zouden komen.”

En last but not least, moest er uiteraard ook een vrouwelijk tegengewicht in het panel zetelen. Sofie Pollin heeft gekozen voor een academische carrière en is na het behalen van haar doctoraat in het onderwijs gestapt. Ze geeft les aan de Master Elektrotechniek van de KU Leuven, waar ze zich als vrouw geen buitenbeentje voelt. “Onze faculteit neemt jaarlijks zo'n 200 ingenieurs uit binnen- en buitenland in dienst. Ze specialiseren zich door onderzoek te doen. Een keuze voor de academische wereld sluit echter niet uit dat je later toch in de industrie terechtkomt. Dat is net het grote voordeel: je kan nog steeds alle kanten uit.”