MOVIES. Een zeug in de hoofdrol van de unieke docu ‘Gunda’: «Er is een radicale verandering aan de gang»

De Russische regisseur Victor Kossakovsky (60) is een opmerkelijke figuur. Hij ziet eruit als een teddybeer, klinkt als een lieve oom en maakt films met een unieke visie op de wereld. Het meest recente voorbeeld: ‘Gunda’, een fascinerend werkstuk zonder dialogen over het leven van een zeug, haar biggetjes en de andere dieren op de boerderij.

door
Ruben Nollet
Leestijd 3 min.

Hoe heb je je knorrende hoofdactrice ontdekt?

Viktor Kossakovsky: «Per toeval. Ik dacht dat we een maand of zes nodig zouden hebben om de film voor te bereiden. Maar op de eerste boerderij die we bezochten, in de buurt van Oslo, hadden we al prijs. Toen ik de deur van de varkensstal opende, dartelde Gunda prompt naar buiten en keek me aan. Dan wist ik het al: ik had mijn Meryl Streep te pakken. Het was alsof ze met me communiceerde via haar ogen. Eigenlijk heeft zij mij gevonden.»

Waar komt je liefde voor dieren vandaan?

«Dat is een pijnlijk verhaal. Toen ik vier jaar oud was en op de boerderij van mijn oom logeerde, was mijn beste vriend een biggetje. En dan heeft mijn familie het dier geslacht. Ik was geschokt tot in het diepste van mijn ziel. Ik heb toen maanden geen woord meer tegen mijn familie gezegd en ik heb nooit nog vlees gegeten. Mijn moeder vroeg zich af waarom ik zo’n raar kind was. Maar dat kwam door haar. Mijn vroegste herinnering is dat we samen op wandel zijn in Sint-Petersburg, en op een bepaald moment pluk ik een blaadje van een struik. Mijn moeder houdt me tegen en zegt ‘Trek eens een haar uit je hoofd. Doet dat pijn? Wel, dat is precies wat die struik voelt.’ Zij heeft me empathie bijgebracht, en dat is mijn leidraad geworden in het leven.»

‘Gunda’ is geen film met een openlijke boodschap, maar je snapt wel wat je wil duidelijk maken. Hoe hoopvol ben je dat het nog goed komt met onze vleesconsumptie?

«Ik ben heel blij met alle mails en reacties die ik krijg. Allemaal verschillende mensen uit allemaal verschillende landen die zeggen dat ze vanaf nu geen vlees meer zullen eten. Als ik eerlijk ben, denk ik dat het voor mijn generatie te laat is. Maar de jonge mensen zullen het volgens mij anders aanpakken. Zij voelen de toekomst. Ik zie het ook waar ik woon [in Berlijn, red.]. Toen ik vijf jaar geleden naar hier verhuisde, was er één vegetarisch restaurant in de hele buurt. Vandaag kan je op vijf plaatsen in mijn straat veganistisch eten. Er is een radicale verandering aan de gang. We kunnen ook niet anders.»

Wat zeg je tegen mensen die het hun recht vinden om vlees te eten?

«Ik hoop dat ze niet blind zijn voor de realiteit. Als ze denken dat de mens dieren mag doden omdat we de bekroning van de evolutie zijn, heb ik slecht nieuws. De evolutie staat niet stil. En binnen afzienbare tijd zal er een nieuwe levensvorm ontstaan die slimmer is dan wij en misschien ook agressiever en sterker. Dan zullen zij onze baby’s op het kerstmenu zetten. Daarmee moeten we rekening houden. Zonder empathie voor de wereld om ons heen zijn we gedoemd om ten onder te gaan.»