SOUNDCHECK. Stavroz, de Gentenaars die de wereld doen dansen: «Na onze show op Coachella zijn we gewoon in slaap gevallen»

Een half miljoen maandelijkse luisteraars op Spotify, optredens van Coachella tot Fusion Festival en een featuring op de soundtrack van ‘GTA 5’: in het buitenland gaat het de Gentenaren van Stavroz voor de wind. Toch is er op eigen bodem nog heel wat braakliggend terrein om plat te spelen. Al zal dat niet lang meer duren nu de vierkoppige band na elf jaar nog een extra wapen in de strijd gooit: ‘Mindibu’, hun debuutplaat gevuld met de kenmerkende uitheemse housebeats waarmee ze al alle continenten ter wereld in extase brachten.

door
Lien Delabie
Leestijd 6 min.

Dag IJsbrand en Maxim. Jullie zijn al elf jaar bezig, en toch is ‘Mindibu’ jullie allereerste volwaardige album. Hoe komt dat?

IJsbrand De Wilde (producer): «Hiervoor brachten we altijd nummers apart uit, met korte EP’s van drie à vijf nummers. Het idee van een album zat al lang in ons hoofd, maar door het intensief touren kwam het er nooit van. Nu hebben we eindelijk een volledige conceptplaat kunnen maken. Dat hebben we aan corona te danken. Toen hadden we ineens heel veel tijd en konden we veel muziek maken.»

Mindibu beschrijven jullie als een ‘onbekende plaats vol natuur en muzikale universa’. Wat stel ik me daarbij voor?

Maxim Helincks (gitaar): «Die wereld is gestart vanuit het artwork, dat we al vrij snel voor handen hadden. Sowieso zien we onze muziek als iets visueel. We proberen altijd met onze muziek een bepaalde wereld te creëren. Zo hebben we ook van drie singles een videoclip die alle drie samen een soort kortfilm vormen over iemand die op zoek gaat naar zijn geliefde in Mindibu. En op onze cover zie je ook een stukje van die plek, maar eigenlijk is het vooral aan de verbeelding van de luisteraar om te bepalen hoe die wereld eruitziet.»

IJsbrand: «Ook de vorige jaren werkten we al aan die verbeeldingswereld. De EP’s ‘Gold Town’ en ‘Talabout’ waren steden in het Stavrozlandschap, Mindibu is dan weer een ander deel. Het zijn allemaal werelden die niet van hier zijn.»

Jullie sluiten het album af met een traag semi-akoestisch nummer ‘Lieze’. Mag ik vragen wie dat is?

Maxim: «Ik ben dat nummer beginnen te schrijven nadat ik te horen kreeg dat een maat van mij zijn ongeboren kindje had verloren. Dat was even emotioneel en dan ben ik maar muziek gaan maken. Later hebben we dat nummer uitgewerkt en op de plaat gezet. Ik ben blij dat ons album op die manier heel gevarieerd geworden is. Zo laten we zien dat we onze Stavroz-slogan echt waar kunnen maken: ‘Between the club and the couch’. Met ons album zijn we er heel goed in geslaagd om die mix tussen harde en rustige nummers te maken. Dat is wat we echt wilden.»

Jullie muziek kenmerkt zich door veel etnische invloeden, maar ook jazz. Hoe komen jullie tot die sound?

IJsbrand: «Het leuke is dat we alle vier een andere muzikale achtergrond hebben. Gert en ik zijn vertrouwd met minimal techno, Maxim met rock & roll en indierock en Pieter komt uit het folkcircuit. Die samensmelting zorgt voor onze Stavroz-sound. Daarnaast hebben we ook veel gereisd en getourd in landen als Mexico en Turkije. Dat zijn allemaal invloeden die we meenemen naar huis. En we zijn erg fan van speciale instrumenten.»

Maxim: «Een keer namen we gewoon een schelp uit de zee in Mexico en gebruikten we dat geluid in een nummer van ons. Of toen we in Oaxaca waren voor een show was het net Día de Muertos. Als we door de straten liepen, hoorden we overal muziek. Na de show konden we niet slapen en gingen we rechtstreeks naar Denver om in de bergen muziek te maken. Toen schreven we het nummer ‘Postcard Picture’. In dat nummer kan je vrij duidelijk die sfeer van die mariachi’s horen.»

Jullie zijn bekend in België, maar het is opvallend dat jullie vooral in het buitenland op handen gedragen worden. Waar ligt dat aan?

Maxim: «Ik denk dat we zelfs in de elektronische wereld nog eens in een niche zitten. En die niche is vrij klein, zeker in België. Maar onze niche is wel bekend over de hele wereld. En soms zien we dezelfde mensen voor ons opduiken in feesten in Amsterdam als in Mexico, dus het is wel een bepaalde scene. Ofwel moet België ons niet (lacht). Maar ik denk niet dat dat het geval is. De laatste jaren hebben we wel al op enkele toffe festivals in België mogen staan. We willen alleen echt graag eens de grote zalen en festivals doen: Dour, AB... Misschien moet dat gewoon nog groeien.»

IJsbrand: «We zijn al van in het begin altijd meer uitgenodigd in het buitenland. We hebben eerst in New York gespeeld voor we in Antwerpen stonden. Dat is gewoon al één voorbeeld. Maar hoe dat komt? Daar kan ik niet echt een deftige verklaring aan geven.»

Herinneren jullie zich nog het eerste moment waarop jullie beseften dat Stavroz weleens tot iets groot zou kunnen uitgroeien?

IJsbrand: «Het is bij ons heel organisch verlopen. Op die 11 jaar tijd is ons succes altijd gestaag gegroeid. Er zijn wel enkele sleutelmomenten in onze carrière die ons voor altijd zullen bijblijven. De eerste keer op Fusion Festival, de eerste keer op tournee door Amerika... Dat zijn erg leuke herinneringen.»

Maxim: «Fusion festival was inderdaad wel zo’n moment waarop ik besefte dat we iets speciaals aan het doen waren dat wel nog even zou kunnen blijven duren. Dat was in 2014 of 2015 en ik had geen idee wat mij zou overkomen. En dan stonden we daar plots. Dat was echt zo’n sleutelmoment. Daarna kwamen er nog van die momenten die eigenlijk steeds zotter werden, maar Fusion was misschien wel de eerste keer. Ik herinner mij nog dat ik van de langste zwarte piste aan het skiën was en IJsbrand me opbelde. Hij zei toen: ‘Ja, pak uw valies maar, we gaan op Fusion spelen’. Zoiets vergeet je niet snel.»

Was Coachella ook zo’n sleutelmoment?

IJsbrand: «Het ding is dat we zes shows op één week hadden toen, en Coachella was de laatste. Dat was een hele ervaring, maar ik heb er persoonlijk wel minder van genoten na die drie shows in Duitsland en dan nog twee optredens in Amerika. We wilden wel nog rondlopen op het festival, maar we waren zodanig kapot door de show dat we in slaap gevallen zijn. We werden de dag erna wakker en het festival was voorbij. Maar het geeft sowieso wel een bepaalde kick om ineens op een van de grootste Amerikaanse festivals te staan.»

Onlangs speelden jullie twee uitverkochte shows in Gent, jullie thuisstad. Hoe was het om nog eens in België te spelen?

IJsbrand: «Het was superleuk om zo veel bekende gezichten te zien. En het is zalig om een show te spelen en daarna in je eigen bed te kunnen liggen.»

Maxim: «Ik had wel meer stress voor Gent dan voor Coachella. Doordat je voor bekende gezichten speelt, wil je je ook wel laten zien en jezelf bewijzen. Meer dan elders. Maar ik denk wel dat dat gelukt is.»

Kriebelt het na al het internationale succes nooit om te verhuizen naar een grotere stad?

IJsbrand: «Niet echt. We hebben veel collega’s in Berlijn, Parijs of de Verenigde Staten, maar ik denk dat België een toffe uitvalsbasis is. Alles is dichtbij. Op een dik halfuur staan we bijvoorbeeld op de luchthaven, dat is super easy. Ik woon hier supergraag en ik ga hier ook blijven.»

Maxim: «Ik zou het ook niet kunnen missen. In Amerika hebben ze niet eens deftig brood of frieten met mayonaise!»

‘Mindibu’ verscheen op 13 mei bij Moodfamily. Stavroz speelt op 14 augustus op WECANDANCE en op 11 september op Voodoo Village.