HORST: Muziek en kunst in industrieel kader

Een heel weekend lang, van 29 april tot 1 mei, ontvangt Horst Arts & Music festivalgangers uit de vier windstreken op de Asiat-site in Vilvoorde. Het festival, een van de weinige die vorig jaar konden plaatsvinden, brengt liefhebbers van kunst, muziek en architectuur samen. Nu de coronamaatregelen (voorlopig) achter ons liggen, is het evenement ambitieuzer dan ooit.

door
Sébastien Paulus
Leestijd 3 min.

In 2021 kon Horst Arts & Music vlak na maandenlange gezondheidsbeperkingen toch plaatsvinden. Geen wonder dus dat de respons enorm was, veel meer dan de organisatoren van het festival hadden durven te dromen. Het evenement is uiteraard per definitie één groot feest, maar de ambities liggen veel hoger dan dat, stelt Wim Thijs, een van de organisatoren. «We weten dat Horst Arts & Music voor sommigen een uitgelezen moment is om te feesten. Zoveel te beter voor hen, maar wij zetten nog veel meer op het programma, bijvoorbeeld workshops en artistieke performances, maar ook debatten in samenwerking met de KU Leuven rond onderwerpen zoals de dekolonisatie van Congo.»

Unieke post-industriële site

Het festival, dat loopt van 29 april tot 1 mei, vindt plaats op de Asiat-site, een voormalige militaire basis in Vilvoorde. De organisatoren zullen de locatie (minstens) de komende tien jaar verder ontwikkelen. «We willen op een duurzame manier investeren in de site en haar op verschillende niveaus zoveel mogelijk verrijken», verduidelijkt Wim Thijs. «De locatie heeft iets industrieels, maar omdat ze al zo lang niet gebruikt wordt, heeft ze ook een uitgesproken natuurlijke kant. Er is zowat overal groen gegroeid, en die combinatie zorgt voor een unieke ambiance.» Op dat terrein hebben de organisatoren vijf podia gebouwd, ontworpen door architecten uit de hele wereld. De bedoeling is om de site blijvend in te nemen en de podia jaar na jaar opnieuw te gebruiken. «We willen ons onderscheiden van festivals die de hele boel één weekend lang optrekken en vervolgens weer afbreken», merkt Wim Thijs op. «Wij denken in termen van continuïteit, en dus is het belangrijk om alles te laten staan.»

Volgens diezelfde manier van denken organiseert het festival van 12 mei tot 31 juli ook een tentoonstelling op de Asiat-site. Die zal 10 kunstwerken omvatten die geïnspireerd zijn op het architecturale en symbolische karakter van de voormalige militaire basis. De organisatoren zijn overigens niet van plan om het hierbij te laten. Ze willen de site het hele jaar door laten bruisen, met name tijdens de winter en de herfst. Maar het geen zin om aan te dringen: wat ze precies in gedachten hebben, willen ze op dit moment liever nog niet verklappen.

Programma vol ontdekkingen

Wat het muzikale luik betreft, moet je op Horst Music & Arts geen artiesten verwachten van het kaliber dat in Werchter of op Pukkelpop de affiche siert. Het festival heeft een meer intimistische inslag en richt zich tot een nichepubliek dat ofwel geïnteresseerd is in verse ontdekkingen of interessante nieuwe namen op de voet volgt. «We hebben grote namen zoals Palm Trax op de affiche», zegt Wim Thijs, «maar het verschil is dat we daar veel nieuwe en diverse artiesten aan toevoegen. Ons publiek kan dus een hoop ontdekkingen doen en een jaar of drie later terugkeren omdat ze die bands en muzikanten goed vonden.»

Op het vlak van de klimaatimpact doen de organisatoren de nodige inspanningen om de ecologische voetafdruk van het festival te beperken, al beseffen ze dat ze nog een lange weg voor de boeg hebben. «We zorgen ervoor dat onze faciliteiten duurzaam werken, we serveren drankjes in herbruikbare bekers, maar we zijn ons ervan bewust dat we nog veel verder moeten gaan in die denkoefening», geeft Wim Thijs toe. «Het festival bestaat ook nog maar 8 jaar, en dat zijn onderwerpen waar we hard aan werken.»

Dat geldt ook voor de preventie van alcoholmisbruik, drugs en intimidatie. Horst Arts & Music heeft alvast een hele reeks maatregelen in petto om van het festival een plek te maken die veilig en inclusief is voor iedereen. «We voorzien speciale contactpunten op het festival en sturen overal op de Asiat-site teams rond die erop zullen toezien dat iedereen op elk moment veilig is», besluit Wim Thijs. «Daar sleutelen we voortdurend aan, maar we weten dat we ook op dat vlak nog veel werk op de plank hebben.»