Museum voor Schone Kunsten Gent blaast als oudste museum van België 225 kaarsjes uit

Het Museum voor Schone Kunsten in Gent viert in 2023 zijn 225ste verjaardag. Het ‘oudste museum van België’ wordt volgend jaar dus 225 jaar en dit jaar al blazen de Vrienden van het Museum 125 kaarsjes uit. Het museum telt zo’n 20.000 werken, waarvan er permanent een 600-tal worden getoond. Een groot deel daarvan komt uit de collectie van Fernand Scribbe, die bij zijn overlijden zijn privécollectie schonk.

door
Belga
Leestijd 3 min.

Het Museum voor Schone Kunsten ontstond in 1798 en opende in 1802 de deuren voor het publiek. Het is daarmee het oudste publiek toegankelijke museum van België én een van de oudste van Europa. Vanaf september viert het museum die 225ste verjaardag met een heel feestjaar.

Het MSK bewaart vandaag bijna 20.000 werken uit de Europese beeldende kunst (schilderijen, beelden, werken op papier) van de middeleeuwen tot vandaag, met bijzondere aandacht voor (Belgische) kunst uit de 19de eeuw en de eerste helft van de 20ste eeuw. Zo’n 600 werken zijn permanent te zien op zaal. De voorbije decennia organiseerde het museum toonaangevende tentoonstellingen, huisvestte het de restauratie van het Lam Gods en bouwde het een veelzijdig publieksaanbod dat als voorbeeld voor de sector wordt geroemd.

Franse verovering

De geschiedenis van het museum gaat terug tot in 1798. Na de Franse verovering van de Zuidelijke Nederlanden komt Gent onder Frans bewind te staan. Kerken en kloosters worden stelselmatig afgeschaft en de overheid slaat hun kunstschatten aan. Op 9 september 1798 wordt officieel het Musée du Département de l’Escaut opgericht, het oudste kunstmuseum van het latere België.

Honderd jaar later, in 1898, beslist de stad om een nieuw gebouw op te richten waarin de collectie tot haar recht kan komen. Architect Charles Van Rysselberghe, broer van de schilder Théo Van Rysselberghe, ontwerpt een ingenieus gebouw op mensenmaat. Alle zalen ontvangen daglicht, er is volop afwisseling en toch is het grondplan eenvoudig en strak. Als locatie wordt gekozen voor het Citadelpark, aan de rand van de stad. In 1902 openen de deuren van het nieuwe gebouw voor het eerst ter gelegenheid van het Salon van Gent.

In 1911 wordt het gebouw uitgebreid naar aanleiding van de Gentse wereldtentoonstelling van 1913. Een jaar later schenkt Fernand Scribe bij overlijden zijn privécollectie aan het museum, waaronder werk van Pieter II Breughel, Tintoretto, Jacob Jordaens, Jean-Baptiste Corot, Contstant Permeke en Gustave de Smet. Het legaat vergroot de museumcollectie in één klap met ruim 220 schilderijen, sculpturen en werken op papier. Van de ongeveer 600 kunstwerken die vandaag permanent in de museumzalen te zien zijn, komt zo’n tien procent nog steeds uit Scribes privéverzameling.

Tijdens de oorlog raakt het gebouw sterk beschadigd en pas in 1921 vindt de heropening van het museum plaats. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verhuist de volledige museumcollectie naar het Zuid-Franse Pau, uit vrees voor oorlogsschade.

SMAK

In 1957 wordt de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst wordt opgericht. De vereniging wil de vinger aan de pols houden wat hedendaagse kunst betreft. Die komt volgens haar te weinig aan bod in het MSK. Ze wil een eigen collectie aanleggen, als eerste stap naar een zelfstandig Museum van Hedendaagse Kunst. Uiteindelijk zal het evolueren naar het SMAK, het stedelijk museum voor actuele kunst, met Jan Hoet als eerste conservator. Het krijgt een eigen gebouw pal tegenover het MSK.