MOVIES. M.Night Shyamalan over ‘Knock at the Cabin’: «Ik hou van verhalen over het einde van de wereld»

Hij heeft er zich intussen bij neergelegd: sinds ‘The Sixth Sense’ verbinden we de naam M. Night Shyamalan onvermijdelijk met spanning en verrassende ideeën. Dat is ook wat zijn nieuwe film ‘Knock at the Cabin’ te bieden heeft, want we zien hoe een koppel en hun jonge dochtertje in hun vakantiewoning ongewenst bezoek krijgen van een bizar viertal met een onheilspellende boodschap: de wereld zal vergaan.

door
Ruben Nollet
Leestijd 4 min.

Eerst ‘Signs’, dan ‘The Happening’, nu deze film. Wat heb je toch met het einde van de wereld?

M. Night Shyamalan (kleine foto) : (lacht) «Goeie vraag. Ik hou nu eenmaal van die verhalen. Ik heb thuis posters van ‘Night of the Living Dead’ en ‘The Birds’ aan de muur hangen. Verhalen over wereldwijde catastrofes gezien door de ogen van enkele personages spreken me aan. Ik heb ideeën voor een drietal nieuwe films, en één daarvan gaat daar ook weer over. Het is trouwens niet die ramp die me interesseert maar hoe wij daar als mens op reageren. Vaak zie je dan dat we elkaar net vinden, wat ik heel mooi en ontroerend vind.»

Wat vond je specifiek interessant aan ‘The Cabin at the End of the World’, het boek waarop ‘Knock at the Cabin’ gebaseerd is?

«Het uitgangspunt. Een gezin dat moet kiezen tussen zichzelf en de mensheid, om het zo samen te vatten. Daarom heb ik de tweede helft van het boek ook veranderd. Ik vond dat die personages effectief een keuze moesten maken. Anders houdt het voor mij geen steek. Het is ook de reden waarom ik voor een andere titel heb gekozen, om aan te duiden dat ik iets anders aanvang met hetzelfde basisidee.»

Het gezin in de film bestaat uit twee vaders en een adoptiedochter. Hoe belangrijk vond je het om die samenstelling te tonen in een mainstream film?

«Ik heb er nooit bij stilgestaan. Het is ook al zo in het boek. Voor mij is dit een gewoon gezin en een liefdesverhaal waar ik me heel erg mee kan identificeren. Misschien wel het meest van alle relaties die ik al heb laten zien in een film. Je ziet twee mensen die zielsveel houden van elkaar en hun kind. Het geslacht van de gezinsleden speelt geen rol.»

Zowat de hele film speelt zich af op één locatie. Hoe hou je dat dynamisch?

«Dat was de grote uitdaging voor mij. Ik wou dat elke scène op zich interessant zou zijn om naar te kijken en ook iets zou duidelijk maken over de personages en hoe ze evolueren. Ik mocht vooral nooit in herhaling vallen, want dat zou nefast zijn voor de spanning en voor de relaties tussen de karakters. We hadden ook maar een klein budget. De laatste acht of negen jaar focus ik me op meer kleinschalige films omdat ik daar meer bewegingsvrijheid heb. De keerzijde is dat ik met minder middelen moet proberen om toch even goeie cinema te maken.»

Jouw doorbraakfilm ‘The Sixth Sense’ ligt intussen al 24 jaar achter ons, maar je bent altijd thrillers blijven maken. Hoe is je verhouding met het genre geëvolueerd?

«Weet je, ik ben altijd een heel emotionele kerel geweest. Op het sentimentele af zelfs. Dat kon je vooral goed zien in de twee films die ik nog voor ‘The Sixth Sense’ heb gedraaid. Die liepen over van positieve gevoelens. Maar het is pas toen ik besloot om een genrefilm te maken en ook duisternis toe te laten in mijn verhaal dat ik het publiek wist te bereiken. Dat heeft me geleerd dat je altijd een goeie balans moet zoeken tussen licht en donker. ‘The Sixth Sense’ was ook emotioneel, maar de gevoelige scènes hadden meer impact omdat er ook die andere kant was.»

Je maakt naar goeie gewoonte weer een cameo in ‘Knock at the Cabin’. Wist je meteen hoe je dat moest aanpakken?

«Nee! Ik dacht dat het deze keer niet zou lukken omdat de film zich op één locatie afspeelt. Maar plots kreeg ik een idee, een beetje zoals Hitchcock het gedaan heeft in ‘Lifeboat’. Die film is helemaal gesitueerd in een klein bootje en toch is hij even te zien. Maar ik spreek er liever niet over. Ik heb geen zin dat het publiek de hele tijd naar mijn gezicht zit te speuren.» (lacht)

‘Knock at the Cabin’ speelt momenteel in de zalen.

Knock at the Cabin Review ***

Je kent de ‘home invasion’-thrillers wel, waarin ongenode gasten het huis van de hoofdpersonages binnendringen en hen het leven zuur maken. ‘Knock at the Cabin’, de nieuwe film van M. Night Shyamalan (‘The Sixth Sense’), verzint een ongewone invalshoek voor dat genre. Wat als de indringers helemaal geen slechte bedoelingen hebben? Meer nog, wat als ze eigenlijk de wereld willen redden? Je zou denken dat Eric, Andrew en hun 8-jarige adoptiedochter Wen, de helden van dit verhaal, dan met plezier zouden meewerken. Maar er zit een adder onder het gras: om de mensheid te redden, moet één van hen sterven. En hoe krankzinnig dat ook klinkt, de televisie in hun afgelegen boshut toont dat de ene ramp na de andere de wereld overspoelt. ‘Knock at the Cabin’ teert lang op zijn intrigerende uitgangspunt, al krijgt Shyamalan de spanning nooit echt naar het kookpunt, alsof hij niet tot het uiterste durft te gaan. Dat de ontknoping eerder laf dan pakkend is, komt dan ook niet als een verrassing.