MOVIES. Liam Neeson blijft knokken in ‘Blacklight’: «Het publiek moet zien dat mijn knieën pijn doen als ik rechtsta»

In juni stapt Liam Neeson op Tram 7, maar dat vindt de Noord-Ierse acteur geen reden om het actiegenre vaarwel te zeggen. Integendeel, hij heeft er net zes op een rij gedaan. Een daarvan is ‘Blacklight’, een thriller over een zogenaamde ‘fixer’ die ontdekt dat de overheidsdienst waar hij zijn leven aan gewijd heeft niet zuiver op de graat is. Tijd voor een gesprek.

door
Ruben Nollet
Leestijd 4 min.

Bestaan ‘fixers’ echt? Of is het een verzinsel?

Liam Neeson: «Nee, ze bestaan echt. Ik heb er twee ontmoet, van wie er een nog altijd actief is. Met hem heb ik samengewerkt ten tijde van de eerste ‘Taken’. Ik weet nog dat ik hem vroeg wat het moeilijkste is als je drie dagen hebt om een gebouw binnen te dringen en informatie te verzamelen. En hij zei dat het zwaarste was om weer naar buiten te sluipen. Daarvoor moet je namelijk minstens evenveel tijd nemen, en dat druist in tegen al je overlevingsinstincten.»

‘Blacklight’ gaat over hoe onbetrouwbaar de overheid kan zijn. Hoe verontrustend is dat als je weet dat Nick May, die het oorspronkelijke verhaal verzon, vroeger voor Justitie heeft gewerkt?

«Dat heb ik ook pas ontdekt. Tja, ik denk dat we ons allemaal wel zorgen moeten maken. De film heeft het over departementen binnen de overheid die ongehinderd hun duistere zaakjes kunnen doen en meedogenloos te werk gaan. En het is nooit zwart of wit. Dat vond ik ook interessant aan mijn personage. Heeft hij 20 jaar lang voor een schurk gewerkt? Heeft hij zelf aan de foute kant gestaan? Of heeft hij de maatschappij toch geholpen? Het antwoord is niet eenduidig.»

Je wordt binnenkort 70. Wat drijft je om zo hard te blijven werken?

«Je moet het leven uitpersen als een citroen, vind ik. Ik hou mezelf in redelijke conditie, dus waarom zou ik niet blijven doorgaan? Na ‘Blacklight’ heb ik in Bulgarije ‘Memory’ gedraaid, een remake van de Belgische thriller ‘De Zaak Alzheimer’, over een huurmoordenaar die geheugenproblemen krijgt. Vandaar ging het naar Berlijn voor ‘Retribution’, en vervolgens de noir-thriller ‘Marlowe’ voor Neil Jordan. Hé, het is beter dan werken. Het is beter dan grachten graven of zwoegen in een mijn. Ik ben de gelukkigste man ter wereld.»

Denk je dat er een leeftijdsgrens is wat actie betreft?

«Ja, en die ben ik al een jaar of vijf voorbij. (lacht) Kijk, het hangt af van de actie. Mijn vaste stuntman Mark Vanselow en ik proberen altijd vechtscènes te verzinnen die echt lijken, die niet de indruk geven dat mijn personage nog 25 of zelfs 40 jaar oud is. Het publiek moet zien dat mijn knieën pijn doen als ik probeer recht te staan. Ze moeten mijn echte leeftijd zien.»

Hoeveel stunts doe je nog zelf?

«Ik maak een verschil tussen stunts en vechtscènes. Vechten doe ik altijd zelf. Niet om te pronken of zo, maar omdat ik het graag doe. Ik ben van nature heel fysiek. Het is alsof je een dansscène oefent. Zulke scènes repeteer ik tot ik ze volledig in mijn lijf heb en ze er natuurlijk uitzien. Daarom heb ik ook nog nooit een blessure opgelopen. Hout vasthouden. Stunts zijn iets anders. Die laat ik per definitie over aan Mark Vanselow. Hij is een getrainde professional en hij wordt ervoor betaald. Ik zou niet durven doen wat hij doet. Ik ben Tom Cruise niet. Ik heb geen zin om naar de ruimte te vliegen. Ik ben er sowieso tegen dat acteurs hun eigen stunts doen.»

Je bent niet veel jonger dan Sylvester Stallone en Arnold Schwarzenegger, de grote actiehelden uit de jaren 1980. Heb je ze ooit ontmoet?

«Arnold niet, maar Sylvester ben ik vele jaren geleden eens tegen het lijf gelopen in een fitnesszaal in Toronto, en ik weet nog dat ik grote ogen trok toen ik zag hoeveel gewicht hij omhoogstak. Als jonge kerel was ik trouwens een grote fan van ‘Rocky’. Boksen was toen mijn grote passie. Ik heb het zelf een tijdje gedaan op amateurniveau.»

Volgens Steven Seagal weet je nochtans niet hoe je een mep moet uitdelen. Wat denk je als je zoiets hoort?

«Sorry Steven, je kunt beter een beetje vermageren. Dat is mijn antwoord.»

Blacklight *

Eerlijkheid heeft haar grenzen. Het siert Liam Neeson absoluut dat hij zijn leeftijd niet wil wegstoppen, en dus rent hij in ‘Blacklight’ zoals een goed bewaarde man van 70 dat zou doen. Maar dan vraag je je wel af waarom de FBI überhaupt een beroep zou doen op een — met alle respect — bejaarde om hun vuile klussen op te knappen. Anderzijds is gebrekkige geloofwaardigheid nog het minste van de euvels die de film plagen. Neeson mag dan laten uitschijnen dat ‘Blacklight’ iets wezenlijks te zeggen heeft over de bedenkelijke wereld waarin we leven, aan het eind van de rit is dit een banale en inspiratieloze actiethriller volgens het boekje. Wat regisseur Mark Williams (‘Honest Thief’) opdient, is pure poppenkastcinema, doodsbang om iets aan de verbeelding over te laten. Op een bepaald moment legt Neesons personage de moraal van het verhaal netjes uit aan zijn vijfjarige kleindochtertje («Grandpa, are you a good guy?»), en dat is zowat het mentale niveau waar de hele film op lijkt te mikken.