Acteur Jonas Vermeulen over de notoire dancing ‘Zillion’: «Binnen de muren van de Zillion moest alles kunnen»

Van 1997 tot 2001. De steekvlam die de Antwerpse discotheek Zillion door het Belgische nachtleven joeg, duurde niet lang. Maar hij maakte wel indruk, om alle mogelijke redenen. Het zwierige drama ‘Zillion’ brengt die dolle dagen weer tot leven, en de opdracht om gestalte te geven aan de veelbesproken bezieler Frank Verstraeten viel te beurt aan Jonas Vermeulen. Zijn eerste grote hoofdrol, en meteen een vlezige kluif.

door
Ruben Nollet
Leestijd 4 min.

Je was de gitarist van de rockgroep Psycho 44, die eerder dit jaar splitte. Heb je überhaupt enige voeling met de discotheekcultuur?

Jonas Vermeulen : «Minder dan met de concertcultuur, geef ik toe. Ik ben wel al naar een discotheek geweest, maar clubs zoals de Zillion vind je vandaag niet meer. Ik ben ook een grote fan van elektronische muziek, en de new beat-cultuur van de jaren 1990 hangt nauw samen met die grote dancings zoals de Zillion.»

In de film noemt jouw personage Zillion ‘a way of life’. Hoe zou je die omschrijven?

«Ik denk dat Frank met de Zillion een plek wou creëren waar hij alles kon doen waar hij goesting in had. Het grote conflict in de film is het feit dat hij zich in de buitenwereld wel aan allerlei regels moet houden, en dus komt hij in de clinch te liggen met belastingcontroleurs, burgemeesters en buurtbewoners. Dat is in het echt ook zo gegaan. Maar binnen de muren van de Zillion moest alles kunnen. Dat was zijn grote drijfveer.»

Je hebt uitgebreid met de echte Frank Verstraeten kunnen praten. Hoe was het om in zijn geest te graven?

«Frank is een onwaarschijnlijk fascinerend figuur. Maar je moet er wel rekening houden dat je hem nooit 100% kunt lezen. Je hebt voortdurend het gevoel dat er nog veel achter de schermen blijft. Maar hij is enorm entertainend. Hij vertelt honderduit verhalen over vroeger, en hij trekt zich nog steeds niets aan van de regels of sociale codes. Hij gaat gewoon zijn eigen gang. Hij is dan ook heel boeiend om te spelen.»

Uit de film komt hij wel naar voren als een mythomaan, iemand die niet om een leugen of overdrijving verlegen zit. Vertrouwde je alles wat hij vertelde?

«Hij was heel open en hield geen blad voor de mond. Maar bij elke anekdote vroeg ik wel af of het allemaal wel echt gebeurd was. Een van de eerste dingen die me opviel toen ik hem ontmoette, is dat hij over zichzelf spreekt alsof hij een soort product is. Hij spreekt op dezelfde manier over Frank Verstraeten als over de Zillion of het bedrijf dat hij nu runt. Hij kijkt met een heel grote afstand naar zichzelf, alsof hij deel is van de publieke opinie. Hij houdt ervan om een mystiek te creëren rond zichzelf.»

Hoe maak je iemand die zo uit de band springt toch menselijk?

«Ik zag twee grote uitdagingen. Om te beginnen zit Frank psychologisch anders in elkaar dan de meeste mensen. Hij denkt en reageert met een heel eigen logica. Dat was niet eenvoudig om te doorgronden. Omdat hij zo is, gedraagt hij zich soms ook heel cru en ongevoelig, en je wil geen film bouwen rond een persoon die de mensen afstotelijk en kwaadaardig vinden. We moesten via hem een ingang vinden in het verhaal en toch zijn karakter niet verloochenen. De film vergoelijkt zeker niet alles wat hij heeft gedaan.»

De film stelt dat Frank zich absoluut wil bewijzen omdat hij klein van gestalte is. Is dat echt zo? Heb je het er met hem over gehad?

«Nee, maar dat is ook typisch Frank. Hij is heel open om alle zotte verhalen van toen te delen. Maar zodra je wat persoonlijker gaat en vraagt naar de relatie met zijn ouders of dat Napoleoncomplex, krijg je geen antwoord. Dan begint hij gewoon over iets anders te praten.»

Geloof je zelf in dat Napoleoncomplex?

«Ik ben 1,65 meter groot en heb daar nooit een probleem mee gehad. Maar voor Frank lag dat blijkbaar anders. Hij werd altijd ‘De Kleine van Meise’ genoemd terwijl hij heel grote dromen en ambities had. Hij voelde zich klein gehouden door alle regeltjes en beperkingen. Het staat ook buiten kijf dat hij een gigantisch IQ en dus enorme capaciteiten heeft. Hij was zijn tijd hallucinant ver tijd vooruit met computers. Waarschijnlijk is hij dat nog steeds.»

‘Zillion’ speelt vanaf nu in de zalen.

Recensie ‘Zillion’ ****

Einde jaren 1990 was Frank Verstraeten beroemd. Of berucht, afhankelijk van wie je het vroeg. Zijn eerste poen schepte hij met een baanbrekend computerbedrijfje, zijn grote faam volgde toen hij de grensverleggende megadiscotheek Zillion creëerde. Dat blitse oord vol seks, drugs en beukende beats werd in een mum van tijd een begrip en al even snel weer afgevoerd. Maar de vier jaar dat ze van heinde en verre naar Antwerpen afzakten om het fenomeen mee te maken, zijn deel van de geschiedenis geworden. In ‘Zillion’ verpakt Robin Pront het als een explosief geuzenverhaal, met Verstraeten als een geflipte Robin Hood met een ego dat omgekeerd evenredig is met zijn gestalte. Vergelijk het met een ‘Wolf of Wall Street’, een even uitzinnig portret van puur hedonisme vol personages die je in wezen onuitstaanbaar vindt maar waar je je ogen toch niet van kunt afhouden. Maar de film is ook door en door Belgisch, een verhaal over kleine zelfstandigen die er gretig en creatief de fiscale kantjes afrijden