Pentagon onderzoekt mogelijke burgerslachtoffers bij Amerikaanse luchtaanvallen in Syrië

door
Belga
Leestijd 2 min.

Een luchtaanval die de internationale coalitie tegen terreurgroep Islamitische Staat dinsdag uitvoerde op een wapenfabriek in de buurt van de Syrische stad al-Raqqa heeft mogelijk burgerslachtoffers gemaakt. Dat meldt het Pentagon woensdag, dat de zaak onderzoekt. "Uit getuigenissen blijkt dat het erop lijkt dat een niet-militair vliegtuig de getroffen zone was binnengereden nadat de raketten afgevuurd werden", aldus het United States Central Command (Centcom) in een persbericht. "De inzittenden van het voertuig zijn mogelijk gedood bij deze aanval."

"Elke getuigenis van burgerdoden, van interne of externe bronnen, wordt nauwkeurig onderzocht om te weten te komen of er echt doden vielen of of er 'collateral damage' is", aldus Centcom nog.

Het gebeurt wel vaker dat burgers in de perimeter komen van de ontploffing van een bom nadat die werd gedropt uit een vliegtuig of een drone, aangezien het tot 45 seconden kan duren vooraleer de raket zijn doel bereikt. De militairen die de drones besturen zijn er echter wel toe in staat het traject van een raket op het laatste moment aan te passen, zodat de bom terechtkomt in een veld of een onbewoond gebied.

Het Amerikaanse leger heeft tot nu toe toegegeven dat het 55 burgers heeft gedood bij zijn vele aanvallen die sinds 2014 werden uitgevoerd tegen IS. Dat cijfers is volgens veel waarnemers echter een grove onderschatting.

Het Pentagon opende onlangs ook al een onderzoek naar mogelijke burgerslachtoffers bij aanvallen in de buurt van Mabij in Syrië, op 19 en 28 juli.

Bron: Belga