Onderzoek naar chemische wapens in Syrië vordert, maar nog geen conlusie

door
Belga
Leestijd 1 min.

De expertengroep die in opdracht van de Verenigde Naties de verantwoordelijken probeert aan te duiden voor de chemische aanvallen in Syrië boekt vooruitgang. Tot conclusies konden de experts echter nog niet komen, zo blijkt uit hun tweede rapport aan de Veiligheidsraad.

"Het onderzoek naar de nieuwe gevallen (van chemische aanvallen, red.) vordert", zo staat in het rapport. "De identificatie van de verantwoordelijken blijft afhankelijk van voldoende informatie en geloofwaardige en betrouwbare bewijzen", benadrukken de onderzoekers. Ze roepen de lidstaten en de belangrijke spelers in de regio op hen snel informatie te bezorgen en vragen de Syrische regering om snel te antwoorden op de vragen naar informatie en/of toegang.

De onderzoeksgroep, het 'Joint Investigative Mechanism', werd in augustus 2015 opgericht na de chlooraanvallen op drie Syrische dorpen, waarbij 13 doden vielen. Het tweede rapport gaat over de periode van 12 februari tot 10 juni 2016. De onderzoekers bogen zich aanvankelijk over vijf chemische aanvallen, maar onderzochten er uiteindelijk negen. Vooral die in de provincie Idlib worden door het Westen toegeschreven aan de regeringstroepen, terwijl Islamitische Staat in de noordelijke stad Marea mosterdgas zou gebruikt hebben.

Als de onderzoekers er in slagen om de verantwoordelijken formeel aan te duiden, is nog steeds een resolutie van de Veiligheidsraad vereist om effectief maatregelen te nemen. De kans bestaat echter dat Rusland zo'n resolutie zal verhinderen.

Bron: Belga