Nederlandse Srebrenica-veteranen slepen staat voor de rechter

door
Belga
Leestijd 2 min.

Twaalf veteranen van Dutchbat III stellen de Nederlandse staat ruim twintig jaar na datum bij de rechter aansprakelijk omdat ze op een "onmogelijke missie" zijn gestuurd. Ze vinden dat de overheid "ernstig nalatig en onzorgvuldig is geweest", melden hun advocaten Michael Ruperti en Klaas Arjen Krikke aan het Nederlandse persbureau ANP. De militairen van Dutchbat III, die in VN-verband opereerden, waren in 1995 in de Bosnische enclave Srebrenica om de Serviërs af te schrikken. Uiteindelijk konden ze alleen machteloos toekijken hoe ruim 8.400 moslimmannen en -jongens door Serviërs werden afgevoerd en vermoord. Minister Jeanine Hennis (Defensie) erkende zaterdag nog eens tijdens Veteranendag dat het een opdracht was "die - reeds op voorhand - onuitvoerbaar was"

De twaalf waren toen zeer jonge soldaten, korporaals en onderofficieren, zegt Ruperti. "Ze hebben lijdzaam moeten toezien hoe de humanitaire ramp zich voor hun ogen voltrok."

Door het optreden van de regering voor en tijdens de missie waren de militairen onmachtig om de schade voor de burgerbevolking en henzelf te voorkomen en te beperken, concludeert de advocaat. "Ruim twintig jaar is Dutchbat III verantwoordelijk gesteld voor het falen van de missie, omdat de regering niet openlijk erkende dat het bataljon willens en wetens op een onuitvoerbare missie werd gestuurd. De twaalf veteranen ondervinden hierdoor onherstelbare schade op sociaal, emotioneel en financieel gebied."

De huidige interne regelingen bij defensie om de veteranen te compenseren voldoen niet in deze zaak, stelt de advocaat. De veteranen stappen daarom naar de rechter. Ze vinden het onaanvaardbaar dat de overheid zelf een oordeel zou moeten vellen over haar eigen rol in het drama en vervolgens zelf bepaalt of en hoe de veteranen worden gecompenseerd.

Defensie reageert niet inhoudelijk op de stap van de veteranen.

Bron: Belga