«Veertig procent van kankerpatiënten ondervond al discriminatie of afwijzing»

Veertig procent van de kankerpatiënten in België ondervond al discriminatie of afwijzing omwille van zijn of haar ziekte. Dat blijkt woensdag uit een bevraging die het digitaal platform my health, my life liet uitvoeren bij 500 kankerpatiënten. Het gaat bijvoorbeeld om discriminatie bij het aanvragen van een verzekeringspremie.

door
Belga
Leestijd 2 min.

Bijna een op drie ondervraagden (32,3 procent) heeft zich al eens afgewezen of gediscrimineerd gevoeld door collega’s of superieuren op het werk. Ruim een op drie (34,6 procent) geeft aan discriminatie bij instellingen zoals banken of verzekeringskantoren te hebben ervaren.

Beschermingsmechanismen

Het percentage patiënten dat zich oneerlijke behandeld voelt door verzekeringsmaatschappijen, verbaast Kevin Punie, medisch oncoloog bij UZ Leuven, niet zozeer, omdat het probleem al langer gekend is. Punie vindt het wel een terechte bezorgdheid.

«De wet voorziet wel bepaalde beschermingsmechanismen voor patiënten, zodat ze niet gediscrimineerd worden, maar er zijn te veel uitzonderingen. Soms wordt een patiënt een verzekering ontzegd of moet die een te hoge premie betalen. Een beslissing van een verzekeringsmaatschappij is ook niet terug te draaien. Patiënten ervaren hierdoor enorme frustraties.»

Isolement

De helft van mensen die met kanker geconfronteerd worden, ervaart daardoor ook gevoelens van isolement. Volgens Kevin Punie is een belangrijke reden voor het isolement het feit dat veel mensen tijdelijk uit het werkleven stappen of moeten stappen door de ziekte. «Dit vormt een grote emotionele belasting voor patiënten. Ze denken dat er onbegrip heerst bij collega’s over hun afwezigheid», stelt Punie. «Dat weegt op patiënten.»

Ook is het volgens Punie niet altijd evident voor kankerpatiënten om de nieuw vrijgekomen tijd tijdens hun behandeling in te vullen. Nog een factor is het feit dat patiënten een deel van hun sociaal netwerk soms zien wegvallen. Punie vermeldt in de eerste plaats het «middennetwerk»: het gaat vaak om kennissen van patiënten waaraan niet meteen verteld wordt wat er gaande is. «Door de ziekte kan het zijn dat ze het contact met deze kennissen zien verminderen.»

Bijna 65 procent noemt eenzaamheid als een van de mentale gevolgen van de ziekte. Ruim 20 procent van de ondervraagden geeft in de bevraging ook aan dat ze behoefte hebben om dichter bij hun familie en vrienden te komen.