Digitale puberteit begint al op 10 jaar

Kinderen belanden al op 10-jarige leeftijd, dus voor ze naar de middelbare school gaan, in de online wereld van jongeren en volwassenen. Hun digitale puberteit begint al voor de derde graad van het lager onderwijs. Dat blijkt uit Apestaartjaren, het tweejaarlijkse onderzoek van Mediawijs, Mediaraven en MICT naar de digitale leefwereld van kinderen en jongeren.

door
Belga
Leestijd 2 min.

Uit het onderzoek blijkt dat kinderen al vanaf 10-jarige leeftijd actief zijn in de online wereld van jongeren en volwassenen, hoewel ze op die leeftijd strikt genomen nog niet op sociale media mogen. Ze mogen officieel pas vanaf hun 13de verjaardag een account aanmaken op sociale media.

Eigen smartphone trigger

«Dat betekent dat ze al op jonge leeftijd profiteren van de vele voordelen die digitale media te bieden hebben, maar evenzeer dat ze ook met de minder leuke dingen in aanraking komen», benadrukt onderzoekster Hadewijch Vanwynsberghe. «Daarbij blijkt een eerste eigen smartphone een belangrijke trigger om de digitale puberteit in te luiden.» Het blijkt dat kinderen die smartphone al krijgen wanneer ze gemiddeld 8 jaar en 4 maanden oud zijn. Dat is een jaar vroeger dan in 2020.

De onderzoekers vermoeden dat corona z’n stempel heeft gedrukt op het mediagebruik van kinderen en jongeren. «Zo is de laptop een stuk populairder, ook voor vrijetijdsactiviteiten. Waarschijnlijk zit het afstandsonderwijs daar voor iets tussen. Ook hebben sociale media als TikTok en chat-apps als WhatsApp een flinke boost gekregen», legt Vanwynsberghe uit.

Praktische problemen

Het onderzoek maakt ook duidelijk dat de online wereld nog veel vragen oproept bij kinderen en jongeren. «Een grote meerderheid ervaart vaak praktische problemen bij het gebruik van hun toestellen. En dat kan hen ook op schoolvlak in moeilijkheden brengen», aldus Vanwynsberghe.

Ze benadrukt dat minder dan de helft begrijpt dat nepnieuws bedoeld is om ons te misleiden en nemen kinderen opvallend meer risico’s als het over sexting gaat, bijvoorbeeld door herkenbaar op de foto te gaan. Daarnaast weet niet iedereen waar ze terechtkunnen met vragen of zorgen als het over media gaat. Wetende dat een derde al het slachtoffer werd van online pestgedrag of haatspraak, zijn dergelijke aanspreekpunten van groot belang.

Te weinig opleiding

De onderzoekers benadrukken dat het belangrijk is om al vroeg te starten met mediawijsheid, zowel thuis, op school als in de vrijetijdscontext. Toch kreeg meer dan de helft van de kinderen nog nooit les over mediawijze thema’s als games, sexting, cyberpesten, online privacy, nepnieuws, reclame en het vinden van een balans in schermtijd. «Ook bij jongeren komen topics als sexting weinig aan bod in de klas. Daarbij mogen we niet vergeten dat media ook heel wat deuren openen voor kinderen en jongeren», zegt Vanwynsberghe.

Aan de Apestaartjarenstudie namen 3.699 kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar deel. Kinderen kregen vanaf de tweede graad lager onderwijs voor het eerst dezelfde vragenlijsten als jongeren, wat volgens de onderzoekers vergelijken een pak eenvoudiger maakte. Aan deze editie namen ook leerlingen van het buitengewoon onderwijs deel. Bovendien werden de cijfers verzameld tijdens de coronacrisis.