80 jaar na ontsnapping uit dodentrein reist Simon Gronowski met scholieren naar Auschwitz

91 jaar is Simon Gronowski. Hij was 11 jaar toen hij uit de dodentrein ontsnapte die hem naar Auschwitz zou brengen. Donderdag reisde hij samen met een honderdtal leerlingen uit het middelbaar onderwijs naar de concentratiekampen van Auschwitz en Birkenau.

door
Belga
Leestijd 2 min.

De reis voor scholieren is een initiatief van het War Heritage Institute (WHI), een federale instelling die als doel heeft militair erfgoed te behouden en de herinnering door te geven. Defensie ondersteunt deze reis. De ’herinneringsreis’ naar Auschwitz is een jaarlijks initiatief sinds 2003.

Scholieren en leerkrachten vlogen donderdagochtend met anderhalf uur vertraging - het de-icen van de Airbus van de NAVO nam wat tijd in beslag - vanuit Melsbroek naar Krakau. Vandaar gaat het per bus naar Auschwitz en Birkenau. Ter plaatse worden de leerlingen geconfronteerd met de gruwel van de vernietigingskampen. De nazi’s brachten in Auschwitz 1,1 miljoen mensen om.

Ontsnapt in Wellen

Hier kon Simon Gronowski op 19 april 1943 spectaculair aan ontsnappen. Gronowski zat in de trein van de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau. In Wellen al kon hij uit de trein ontsnappen. Zijn moeder geraakte niet mee uit de wagon en werd later gedood door de nazi’s. Ook zijn zus werd een half jaar later naar Auschwitz gebracht en stierf kort na haar aankomst in de gaskamers.

Herinneringsambassadeurs

Een honderdtal scholieren van zestien en zeventien jaar en zeventien leerkrachten van vijf Nederlandstalige en zeven Franstalige scholen worden in Auschwitz rondgegidst. Het War Heritage Institue wil dat deze leerlingen ’herinneringsambassadeurs’ worden. «Op die manier blijft ook de volgende generatie op de hoogte van de gevaren van bepaalde tendensen, strekkingen en mechanismen die ook vandaag nog onze samenleving tot dit soort wandaden kunnen drijven», klinkt het. Het WHI verwijst daarbij naar Oekraïne, op zo’n driehonderd kilometer van Auschwitz, een voorbeeld van hoe de «oorlogsgruwel nog steeds niet definitief tot het verleden behoort».