Studeren met muziek: voor de een een zegen, voor de ander een vloek

Als je verder studeert, krijg je volgend jaar tijdens de examenperiodes heel wat leerstof te verwerken. Daarbij is een goede studiemethode van levensbelang. Sommige studenten werken graag in een stille bibliotheek, terwijl anderen het productiefst zijn in hun kamer met hun lievelingsmuziek in de oren. Welke methode voor jou het beste werkt, is sterk afhankelijk van je persoonlijkheid.
door
Janne
Leestijd 2 min.

Sommigen beweren dat muziek hun productiviteit tijdens het studeren opdrijft, terwijl anderen juist vinden dat het afleidend is. Geen van de twee heeft ongelijk, want het kan allebei kloppen. Dat ontdekten Manuel F. Gonzalez en John R. Aiello tijdens hun studie, die gepubliceerd werd in Journal of Experimental Psychology. In een experiment lieten ze proefpersonen taken met verschillende moeilijkheidsgraden uitvoeren, in stilte, of met muziek op meerdere volumes en met een afwijkende complexiteit. Daaruit bleek dat het effect afhankelijk was van de soort taak, muziek en persoonlijkheid van de deelnemers.

Interactie tussen taken en muziek

Tijdens het experiment kwamen er verschillende taken aan bod: een gemakkelijke woordzoeker invullen of ingewikkelde woordparen memoriseren. Ook de muziek kwam in verschillende gradaties. Voor sommige proefpersonen was die helemaal afwezig en bij anderen was het volume ofwel stil ofwel luid. Bovendien was de muziek niet altijd even complex. De ene groep moest luisteren naar nummers met maar twee instrumenten en weinig variatie, terwijl de andere liedjes met verscheidende instrumenten, gevarieerdere melodieën en snellere tempo's voorgeschoteld kreeg.

Uit die interacties tussen taken en muziek kwamen drie resultaten. Bij de simpele taak was er geen verschil of er nu naar muziek geluisterd werd of niet, want alle proefpersonen volbrachten die even goed. De moeilijke taak lukte het beste in stilte, onafhankelijk van het volume of de complexiteit van het nummer. Mensen die complexe liedjes beluisterden, ten slotte, deden het opvallend beter bij de gemakkelijke dan de moeilijke taak.

Hieruit concluderen Gonzalez en Aiello dat de capaciteit van onze hersenen beperkt is en dat we niet tegelijk kunnen focussen op een complexe opdracht en muziek. Als dat toch gebeurt, raken we overprikkeld en zijn we sneller afgeleid. Als we daarentegen een simpele taak uitvoeren, kan een liedje juist helpen, omdat de eentonigheid doorbroken wordt en onze gedachten dan minder afdwalen.

Sneller afgeleid

Daarnaast kan ook de persoonlijkheid een rol spelen bij het effect van muziek op taken, omdat externe stimulansen een kleine of grote invloed kunnen hebben op de proefpersonen. Bij die laatste groep besteedden de mensen veel meer aandacht aan de geluiden in hun omgeving, waardoor liedjes bij hen snel afleidend werkten en zelfs de simpele opdrachten bemoeilijkten.

Het effect van muziek is dus heel persoonlijk, maar als je ergens je volledige aandacht moet bijhouden, vermijd je best elke vorm van achtergrondgeluid.