Doe geen oortjes in en drie andere wandeltips in coronatijden

Experts raden ons aan om te blijven bewegen tijdens de quarantainemaatregelen, maar tegelijk moeten we ook in openlucht minstens 1,5 meter afstand houden van andere mensen. Dat is niet altijd makkelijk. Met deze tips kan je ervoor zorgen dat je niet per ongeluk op iemand anders botst.
door
Xavier
Leestijd 2 min.

Kies een kant

Auto's zal je de komende weken weinig zien want veel mensen werken thuis, maar dat betekent dat er eens te meer mensen buiten zullen komen voor een wandeling, loopsessie of fietstochtje. Die moeten allemaal het voet- en fietspad delen en dat kan krap worden. Probeer daarom zoveel mogelijk aan de dezelfde kant te lopen en zeker niet het midden te blokkeren. Mensen zullen je moeten voorbijsteken of je zal zelf voorbij iemand anders willen geraken. Vergelijk het met een snelweg, waar een trage middenvakrijder iedereen onnodig kan ophouden en voor gevaarlijke situaties kan zorgen.

Doe geen oortjes in

Nu iedereen minstens 1,5 meter afstand van elkaar moet houden, is het nog belangrijker dan normaal dat je goed weet wat er rondom je aan de hand is. Mensen die je willen voorbijsteken zullen misschien "pardon" zeggen of hun fietsbel gebruiken. Als je oortjes in hebt of via een hoofdtelefoon naar muziek luistert, kan het zijn dat je die mensen niet hoort. Zo loop je de kans dat je onbewust in de weg gaat lopen en in aanraking komt met die andere persoon.

Steek de lijn niet over

Voet- en fietspaden zijn voor een specifieke reden in het leven geroepen en die reden blijft ook gelden in coronatijden. Voetgangers bewegen aan een lagere snelheid dan fietsers, bromfietsen of elektrische steps op het fietspad. Het kan dus voor problemen zorgen als een fietser moet uitwijken voor een jogger of een tweewieler zich op het voetpad waagt. Hou je dus zoveel mogelijk aan de voorziene ruimte en verander enkel als je zeker bent dat er voldoende ruimte voor is.

Kijk goed links en rechts

Goed links en rechts kijken als je oversteekt, dat is wat we allemaal als kind ingeprent kregen. De regel is tegenwoordig meer dan ooit van toepassing, want we moeten niet enkel als we een straat oversteken goed uitkijken, maar ook als we gewoon stoppen met wandelen en of ons schuin verplaatsen. Je moet er zeker van zijn dat er niemand vlak achter je wandelt die te dicht dreigt te komen. Bovendien is niet iedereen even mobiel. Zo kan een fietser minder vlot draaien als een voetganger, dus moet je mensen tijd geven om hun richting aan jou aan te passen.