MOVIES. 'Adoration': in gesprek met de rijzende Belgische ster Fantine Harduin

Niets lijkt Fantine Harduin (14) tegen te houden. Op haar elfde koos Michael Haneke haar om aan de zijde van Isabelle Huppert en Matthieu Kassovitz mee te spelen in ‘Happy End'. In het griezelige sprookje ‘Adoration' van de Belgische regisseur Fabrice Du Welz (‘Calvaire') schakelt de jonge Moeskroense een versnelling hoger. Haar prestatie werd begin oktober alvast bekroond op het Festival van de Franstalige Film van Namen.
door
quentin.soenens
Leestijd 4 min.

Jouw personage in ‘Adoration', Gloria, is een adolescent die ontsnapt uit een psychiatrische instelling. Hoe heb je de rol aangepakt?

«Het was niet eenvoudig, want Gloria is een complex karakter. Maar ik hou wel van een uitdaging. Ik had het gevoel dat ik met die volwassen rol een grote stap zou zetten als actrice. Ik wou ervoor zorgen dat ik er klaar voor was. Het verhaal van de film sprak me ook enorm aan. Zijn zachtheid en emotie.»

Zie je ‘Adoration' dan niet als een griezelfilm?

«Toch wel, maar hij is tegelijk veel meer dan dat. Oké, ik sta op de affiche met mijn gezicht vol bloed. (lacht) Maar de film heeft een sprookjesachtige sfeer omdat hij bekeken wordt door de ogen van het personage van Paul (gespeeld door Thomas Gioria, nvdr). En dat is een zachtaardige jongen die het geweld van de volwassen wereld nog niet begrijpt. Zijn blik verzacht het onheil dat Gloria aanricht en de soms harde manier waarop ze hem behandelt.»

Wat vertelde regisseur Fabrice Du Welz jou over de thema's van zijn film?

«Het gaat onder meer over geestelijke gezondheid, vernieling en ontluikende seksualiteit. Dat zijn allemaal onderwerpen waar Thomas Gioria en ik heel weinig ervaring mee hebben. Fabrice heeft ons een paar films aangeraden om als voorbereiding te bekijken, zoals ‘The Exorcist', ‘Possession' en ‘L'été meurtrier'. We hebben veel gepraat en vervolgens heeft hij me de ruimte gegeven om mijn personage te bouwen. Ik wist dat het mijn verantwoordelijkheid was en dat Fabrice altijd klaar stond om me te helpen. Alles draait rond wederzijds vertrouwen bij hem. Ik hield me bezig met mijn rol en hij met de film als geheel.»

Had je al ooit iets gezien van zijn werk?

«Nee. Maar ik was pas 12 toen Fabrice me de rol gaf. Ik ben begonnen aan ‘Alleluia' maar daar ben ik mee gestopt. Ik was met mijn vader aan het kijken en ik had geen zin dat hij voor niets zou panikeren. Nu ik Fabrice goed ken en we samen ‘Adoration' gedraaid hebben, kan ik eindelijk de rest van de film bekijken.» (lacht)

Opvallend: in ‘Adoration' zit een scène waar je in het Vlaams acteert.

«Daar had ik het niet zo moeilijk mee, want ik volg als sinds het derde jaar lagere school de helft van mijn lessen in het Nederlands. Daarmee wil ik echter niet beweren dat ik tweetalig ben. Ik kan een gesprek voeren in het Nederlands maar ik zal het geen uren volhouden. Voor ‘Adoration' heb ik de hulp gekregen van een taalcoach om aan mijn accent te werken. Dat kwam goed van pas, want ik heb tijdens de opnames veel moeten improviseren.»

Op het meest recente festival van de Franstalige Film van Namen heb je een acteerprijs gekregen. Voel je nu meer stress om het goed te doen?

«Die prijs heeft me erg ontroerd. Zo'n onderscheiding is een vorm van erkenning die deugd doet. Soms heb je er ook behoefte aan. Het valt niet altijd mee om een acteercarrière te combineren met schooltaken. Zo'n prijs maakt je dan duidelijk dat je goed bezig bent, en dat geeft zin om door te drukken.»

Foto K. Dewitte

Hoe voel je je als je aan de opnames van een nieuwe film begint?

«Er is altijd een beetje stress omdat ik me afvraag of ik zal kunnen beantwoorden aan de verwachtingen van de regisseur. Maar eigenlijk zit ik vooral te popelen om eraan te beginnen. Ik weet dat er zoveel scènes wachten die er plezierig uitzien, dat ik zoveel ervaring zal opdoen en zoveel nieuwe mensen zal leren kennen.»

Je hebt in je prille carrière al met veel grote acteurs op de set gestaan, van Isabelle Huppert en Matthieu Kassovitz tot Benoît Poelvoorde en Romain Duris. Voelde je je meteen op je gemak met hen?

«Van nature ben ik eerder verlegen, en ik durfde niet altijd meteen met hen praten. Bij ‘Happy End' hield ik me in het begin een beetje afzijdig. Maar het duurde niet lang voor ze zelf op mij afstapten om met me te praten en om me dingen te leren, zonder me daarom als een kind te behandelen. Ik heb er al veel aan gehad.»

Als je zelf kon kiezen, wie zou dan de volgende ster op je lijstje zijn?

«Jack Nicholson! Of Anthony Hopkins! Ik kan eindeloos doorgaan. Robin Williams ook. Ik weet dat hij gestorven is, maar ik had graag met hem op de set gestaan. Ik denk dat hij me enorm had doen lachen.»

En wat de regisseurs betreft?

«Ik weet dat ik de lat heel hoog leg, maar ik zou het geweldig vinden om te mogen samenwerken met de gebroeders Dardenne. Of anders met Jean-Pierre Jeunet. Of Tarantino! Ik ben dol op de films van Tarantino.»

Stanislas Ide