Koning vraagt in kerstboodschap zo snel mogelijk een federale regering

Koning Filip heeft in zijn kerstboodschap de politici opgeroepen snel werk te maken van een nieuwe volwaardige federale regering. "Eén die evenwichtige beslissingen kan nemen, die eensgezind en standvastig worden gedragen. Velen van ons raken zo hun houvast kwijt. Daarom mogen we niet aan de kant blijven staan, minder dan ooit. Dit is niet de tijd om op te geven", klonk het.
door
Belga
Leestijd 2 min.

"Het is van wezenlijk belang dat zo snel mogelijk een volwaardige federale regering wordt gevormd, die evenwichtige beslissingen kan nemen, die eensgezind en standvastig worden gedragen. Dat is wat wij nu allemaal verwachten." Dat zegt koning Filip in zijn kersttoespraak van dit jaar. Maar net als zovele van zijn onderdanen kan de koning niet meer doen dan hopen dat zijn kerstwens verhoord wordt door de politici die de sleutel van de regeringsformatie en dus ook van de toekomst van het land in handen hebben. Hij zegt in dat verband nog dat "we nood hebben aan een constructieve ingesteldheid, die ons verenigt rond gemeenschappelijke projecten."

"Alles is een kwestie van attitude"

In een bredere context stelt koning Filip vast dat we in een scharnierperiode van de wereldgeschiedenis leven. "Ons sociaaleconomisch model en onze benadering van het milieu worden in vraag gesteld", zegt de koning. "Velen van ons raken zo hun houvast kwijt. Daarom mogen we niet aan de kant blijven staan, minder dan ooit. Dit is niet de tijd om op te geven."

Ook de rest van de kerstboodschap is doordesemd van voluntarisme. "Alles is een kwestie van attitude", aldus koning Filip. "Om zaken te kunnen veranderen, moet je er eerst in geloven en ernaar handelen. We zijn allemaal verantwoordelijk voor onze daden. (...) Laten we niet toegeven aan het kortetermijnhandelen. En voor de lange termijn gaan. Voor oplossingen, waarvan we misschien niet zelf de vruchten zullen kunnen plukken - maar die de volgende generaties ten goede zullen komen."

"Ik geloof in het enorme potentieel van dit land"

De koning vraagt voorts nog niet onverschillig te blijven tegenover onrecht, armoede, uitsluiting. Of tegenover het geweld dat ons in vele gedaanten omringt. Wat de volgende generaties betreft verwijst de koning op het einde van de toespraak nog even naar de viering van de 18de verjaardag van zijn oudste dochter, prinses Elisabeth. "We hebben toen scherpzinnige jongeren gehoord, die zich ten volle willen inzetten", herinnert de koning zich. "Met hen geloof ik in het enorme potentieel van ons land, in ons gezamenlijk vermogen om de voor ons liggende uitdagingen aan te gaan. Op voorwaarde dat we onze krachten bundelen en eenheid in verscheidenheid brengen, met respect voor de overtuiging van eenieder."