Beke verdedigt besparingen in sociale sector

door
Belga
Leestijd 2 min.

Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) heeft vandaag in het parlement de besparingen in de sociale sector, onder meer bij het Steunpunt Mens & Samenleving (SAM), verdedigd. Hij benadrukte dat het om een verschuiving van budgetten gaat en dat hij op de komende ministerraden al voor 1,8 miljoen euro aan nieuwe initiatieven wil voorstellen. De vakbonden voerden vanochtend samen met middenveldorganisaties actie aan het kabinet van Beke. Naast de culturele sector wordt immers ook de sociale sector getroffen door de besparing van 6 procent van de Vlaamse regering.

De vakbonden haalden het voorbeeld van het Steunpunt Mens & Samenleving (SAM vzw) aan. Deze organisatie biedt ondersteuning aan onder meer straathoekwerkers, schuldbemiddelaars en ondersteuners van mensen met een beperking. Vanaf 2020 zal de vzw het met één miljoen euro minder moeten doen, ofwel 27 procent van het jaarlijkse budget.

In het parlement vroeg Beke aan Karine Moykens, secretaris-generaal van het departement Welzijn, om uit te leggen waarom SAM die besparing kreeg opgelegd. Volgens Moykens is de fusie binnen de vzw niet goed gelukt. SAM ontstond begin 2018 als een fusie van vijf Vlaamse steunpunten: onder meer Samenlevingsopbouw Vlaanderen en het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk.

"Voor ons was het een heel duidelijk signaal toen de toenmalige directeur, voorzitter én ondervoorzitter tegelijk zijn opgestapt", zei Moykens. "Zij hebben ons heel duidelijk de boodschap gegeven dat ze dat deden omdat men het intersectorale werken niet kon bewerkstelligen, dat er te veel verschillen waren (...) Als je minder middelen hebt, moet je natuurlijk andere zaken gaan doen. We zijn nu aan het luisteren wat de noden zijn waarvoor men absoluut nog op SAM een beroep wil doen."

Beke gaf toe dat het om een aanzienlijke besparing gaat, "maar het is ook een verschuiving om andere initiatieven mogelijk te maken". Zo wil hij de komende weken geld uittrekken voor de organisatie ArmenTeKort en voor de regionale instituten van Samenlevingsopbouw. Samen zou het om 1,8 miljoen euro gaan.

bron: Belga