WHO start grootschalige vaccinatiecampagnes tegen malaria en mazelen in Kenia en Niger

door
Belga
Leestijd 2 min.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is een vaccinatiecampagnes gestart in Kenia en Niger, respectievelijk tegen malaria en mazelen. In Niger wil het 4,2 miljoen kinderen vaccineren om tegen het einde van 2020 mazelen-epidemieën te elimineren in het land. Malaria is een ziekte die wordt overgedragen door muggen en waardoor honderdduizenden mensen per jaar sterven, vooral in Afrika. In Kenia zal daarom een proefprogramma van het vaccin RTS,S worden opgestart voor kinderen vanaf 6 maanden. Het proefproject startte eerder al in Ghana en Malawi, en zal aan het einde van het project in 2022 360.000 kinderen per jaar bereikt hebben, aldus het WHO. Volgens de organisatie heeft het dertig jaar geduurd om het vaccin tegen malaria te ontwikkelen.

"Afrika heeft recent te maken gekregen met een stijging in het aantal malariagevallen en -sterfgevallen. Dit bedreigt de vooruitgang in de bestrijding tegen de ziekte die in de laatste twee decennia werd gemaakt", zei dr. Matshidiso Moeti, regionale directeur van de WHO in Afrika.

De vaccins zijn aanvullende hulpmiddelen om de ziekte onder controle te krijgen. Ook muggennetten, insecticiden en tijdige toegang tot behandeling behoren daarbij, aldus het WHO. Niet alleen malaria vormt nog een groot gevaar op het continent, in Niger zijn er sinds januari 2019 9.741 gevallen van mazelen gemeld en zijn er 53 doden gevallen door de ziekte. Het WHO startte daarom een vaccinatiecampagne tegen mazelen in Niger, samen met Unicef en de Gavi alliantie.

"Op 13 september is in het hele land een massale vaccinatiecampagne tegen mazelen begonnen die hoopt 4.254 miljoen kinderen van 9 tot 59 maanden jaar oud te bereiken", aldus Iliassou Maïnassara, minister van Volksgezondheid van Niger. Mazelen is een zeer ernstige en besmettelijke ziekte. Terwijl het gemakkelijk kan worden voorkomen door een vaccin is het een van de belangrijkste doodsoorzaken bij jonge kinderen in Niger, zegt het WHO.

Bron: Belga