Potvis Valentijn ondergaat kuur in rottingsvat

door
Belga
Leestijd 1 min.

Het kadaver van Valentijn, de potvis die in Koksijde is opgegraven, ondergaat in het Oost-Vlaamse Merelbeke een kuur in een rottingsvat. Dat is nodig om de restanten rond de beenderen van het dier te weken. Het skelet wordt later opgezet en tentoongesteld in het visserijmuseum NAVIGO in Oostduinkerke.

Een team van drie à vier deskundigen dompelt het kadaver enkele keren in een rottingsvat aan de faculteit diergeneeskunde in Merelbeke. Een procedure die enkele weken in beslag neemt, waarbij een oplossing van water en detergent de vlees en vetresten van de beenderen losmaakt. De losse beenderen zullen gedroogd worden en daarna gereconstrueerd.

Potvis Valentijn spoelde in 1989 aan op het strand Sint-André in Oostduinkerke. Het gemeentebestuur besliste toen om de potvis te begraven op het domein van abdijhoeve Ten Bogaerde met de bedoeling om het 17 meter lange dier later weer op te graven.

bron: Belga