MOVIES. 'The Biggest Little Farm': alles laten vallen om boer te worden

John Chester en zijn vrouw Molly lieten tien jaar geleden alles vallen om een bioboerderij in Californië te beginnen. Hun avontuur komt tot leven in de mooie documentaire 'The Biggest Little Farm', waarin we leren dat de natuur altijd de sterkste is. En dat het beter is ze te observeren dan ze te trotseren.
door
Janne
Leestijd 3 min.

Wanneer heb je beslist om de bouw van jullie boerderij te filmen?

John Chester (foto): «Ik ben onze avonturen beginnen te filmen zonder de bedoeling er een film van te maken. Ik ben een cameraman en ik zag heel wat inspirerende dingen die ik wou vastleggen. Soms met een iPhone, soms met een camera van 80.000 dollar. (lacht) Het idee was een ecosysteem te doen ontwaken en er een boerderij in te planten. Na vijf jaar begonnen we eindelijk de positieve impact te zien van de biodiversiteit die we ontwikkeld hadden. En ik besefte plots dat ik van in het begin de helden van dit verhaal had gefilmd: de planten, de dieren en alle elementen die essentieel waren om die natuurlijke cyclus nieuw leven in te blazen. Het is niet alleen het verhaal van een boerderij, het gaat over het mens-zijn. Alle vragen over het leven worden beantwoord in ons begrip van de natuur en hoe ze werkt.»

Je hebt dus niet moeten vechten tegen de natuur?

«Integendeel. Op een bepaald moment moesten we aanvaarden dat de natuur haar eigen regels heeft. We hebben de tijd genomen om die te observeren. Het heeft geen zin dingen te herstellen zonder te begrijpen waarom ze kapot zijn. De natuur is onze bondgenoot geworden.»

Hebben jullie soms willen opgeven?

«Vaak… maar nooit echt. Het derde en vierde jaar waren verschrikkelijk moeilijk. De bomen stierven, de vogels aten al ons fruit op, een coyote doodde onze kippen op duizend-en-een manieren. We hebben toen veel ruziegemaakt, want we vonden geen antwoorden. Maar opgeven betekende alles wat we hadden opgebouwd laten sterven. De truc is om telkens een nieuw idee te proberen. Nog een dagje langer volhouden, en we zien wel… Uiteindelijk besef je dat het makkelijker is om voort te doen dan te stoppen.»

Nooit pesticiden gebruikt?

«We wilden geen synthetische pesticiden gebruiken, alleen natuurlijke en niet-chemische producten. Het probleem is dat een chemisch bestrijdingsmiddel twee weken meegaat en onze natuurlijke versie slechts vier uur. Het goede nieuws is dat er veel minder collateral damage is en dat je dus niet de roofdieren uitroeit die de insecten eten waar je vanaf wilt. Je moet geduldig zijn en op lange termijn denken.»

Wat is er allemaal veranderd in tien jaar?

«Meer en meer mensen zijn geïnteresseerd in regeneratieve landbouw. Molly en ik voelen ons nog niet klaar om er buiten onze boerderij over te onderwijzen, maar we verwelkomen wel beginnelingen die onze methoden achteraf gebruiken. Ze maken indruk op me omdat ze al meer dan ik weten voor ze hier aankomen. Die wereldwijde opflakkering van de interesse in traditionele landbouw is echt positief. Soms krijg ik de vraag of ik bang ben voor de toekomst. Maar ik kijk er net naar uit om deze jonge generatie te zien opgroeien en haar eigen boerderijen te zien ontwikkelen. Ze geloven er echt in, omdat ze weten dat het zo niet verder kan. Ze gaan ons een schop onder onze kont geven!»

Moeten we vanaf nul herbeginnen?

«Ik krijg vaak de vraag hoe economisch duurzaam onze landbouwmethode is. Ik antwoord dan altijd: ‘Hoe economisch duurzaam is onze onwetendheid over de hulpbronnen waarvan we afhankelijk zijn?' We moeten stoppen met confronteren en beginnen met innoveren!»

Beschouw je jezelf nu als een echte boer?

«Ze hadden ons gewaarschuwd dat het zoals surfen is: je valt voortdurend, tot er een klik is en je de zee begrijpt en eindelijk blijft rechtstaan. Nu we de golf beheersen, denk ik dat we onszelf boeren mogen noemen, ja.»

Stanislas Ide