"Geen bewijs van chemische aanval in noordwesten"

door
Belga
Leestijd 2 min.

Er is geen bewijs dat het Syrische regime zondag een chemische aanval heeft uitgevoerd in het noordwesten van het land. Dat zegt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten vandaag. De beschuldigingen van de chemische aanval kwamen uit Washington. De Verenigde Staten zeiden "indicaties" te hebben dat het regime van Bashar al-Assad een chemische aanval heeft uitgevoerd in het noordwesten van Syrië. De VS waarschuwden gisteren voor vergeldingsacties.

In een mededeling maakt het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken melding van een "vermeende chlooraanval in het noordwesten van Syrië". Die zou op zondag 19 mei 's ochtends hebben plaatsgevonden. Maar het Observatorium beschikt dus niet over informatie dat er een chemische aanval zou geweest zijn.

"We waarschuwen opnieuw, als het regime van Assad chemische wapens gebruikt, zullen de Verenigde Staten en hun bondgenoten snel en gepast reageren", verklaarde woordvoerder Morgan Ortagus.

Voor de Amerikaanse president Donald Trump is het gebruik van chemische wapens een rode lijn en hij kondigde eerder al twee vergeldingsaanvallen aan tegen doelwitten van het regime: in april 2017 als een reactie op een aanval met saringas en een jaar later, samen met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, als een reactie op een chemische aanval op de burgers van Douma.

Volgens de woordvoerder van Buitenlandse Zaken maakt deze nieuwe "vermeende aanval deel uit van een gewelddadige campagne van het regime, die het staat-het-vuren schendt dat miljoenen burgers in de provincie Idlib beschermt". "De aanvallen van het regime op gemeenschappen in het noordwesten van Syrië moeten stoppen", klinkt het nog.

Sinds eind april worden het jihadistische bolwerk Idlib en de nabijgelegen provincie Hama regelmatig gebombardeerd door de regeringstroepen van Bashar al-Assad en zijn Russische bondgenoot.

Bron: Belga