Kandidaat-Kamerleden waren nooit jonger en ouder

door
Belga
Leestijd 2 min.

Nooit eerder telden de Vlaamse lijsten voor de Kamerverkiezingen zo veel jonge én oude kandidaten. Het aandeel arbeiders neemt licht toe, maar blijft aan de lage kant. En opnieuw telt N-VA nipt meer kandidaten dan Open Vld die zelfstandig aan de slag zijn of die een vrij beroep uitoefenen. Dat blijkt uit een doorlichting van de lijsten door het onderzoeksinstituut Vives (KU Leuven). In hun beleidspaper schetsen onderzoekers Gert-Jan Put en Bart Maddens een profiel van de Vlaamse kandidaten voor de Kamerverkiezingen binnen ruim twee weken. Ze vergelijken de gegevens op het vlak van onder meer leeftijd, geslacht, beroep en woonplaats met alle vorige verkiezingen sinds 1987.

Een opvallend resultaat is de stijging van het aantal jonge kandidaten. Met 19 procent kandidaten tussen 18 en 30 jaar lag hun percentage nooit zo hoog. Groen heeft met 29,5 procent veruit het hoogste aantal jongeren in zijn rangen, gevolgd door sp.a en Open Vld. Maar ook het aantal kandidaten van 61 jaar en ouder bereikt met 12,1 procent een recordhoogte. Daar valt op dat de kandidaten van Vlaams Belang gemiddeld 7 jaar ouder zijn dan bij andere partijen.

De gemiddelde leeftijd van alle kandidaten is 44,5 jaar. Dat is iets lager dan bij de vorige verkiezingen van 2014, maar dat was een recordjaar. Net als bij alle vorige verkiezingen zijn de vrouwelijke kandidaten (43,2 jaar) over het algemeen jonger dan hun mannelijke collega's (45,8 jaar).

Bedienden en kaderleden blijven met 32,7 procent de belangrijkste beroepscategorie onder de kandidaten. Het aantal niet-actieven op de lijsten is aan een flinke opmars bezig. Deze groep van gepensioneerden, studenten, thuiswerkenden en werkzoekenden is goed voor 14,5 procent en steekt daarbij de groep ambtenaren en onderwijzers voorbij.

Het aantal arbeiders neemt toe tot 5,8 procent van de kandidaten. Het extreem-linkse PVDA spant met voorsprong de kroon met 16,5 procent arbeiders, gevolgd door Vlaams Belang en sp.a. De doorlichting bevestigt ook het cliché dat vooral liberale partijen een voorliefde koesteren voor kandidaten die als zelfstandige werken of een vrij beroep uitoefenen. Bij Open Vld gaat het om 29,9 procent, maar N-VA telt er met 30,1 procent iets meer. Die toename geldt bij N-VA sinds 2014, sinds het partijprogramma steeds duidelijker economisch rechtser kleurde dus.

Het aandeel kandidaten uit centrumsteden bedraagt 21,7 procent. Groen (25 procent) heeft niet langer de meest 'verstedelijkte lijst', maar moet sp.a (28,7 procent) en vooral PVDA (52,2 procent) laten voorgaan.

bron: Belga