"Mehdi Nemmouche maakte deel uit van terreurcommando's IS"

door
Belga
Leestijd 2 min.

Mehdi Nemmouche maakte deel uit van dezelfde groep terreurcommando's als de daders van de aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel en Zaventem. Daar kan geen twijfel over bestaan, zo pleitte meester Michèle Hirsch vandaag op het assisenproces over de aanslag op het Joods Museum. De advocate van Coördinatiecomité van Joodse Organisaties in België verwees naar een gesprek dat Nemmouche zou gehad hebben met een medegedetineerde in Frankrijk, net voor zijn overbrenging naar België. "Daarin zei hij niet alleen dat er vier joden minder waren op aarde, maar ook en vooral 'dat alles goed zou gaan zolang ze de filière niet ontmantelden'", zei de advocate. "Het is ook opvallend dat hij zwijgt sinds zijn arrestatie in Marseille, maar wel steeds antwoord geeft op één vraag, die naar eventuele handlangers. Daarop antwoordt hij steeds dat hij geen handlangers heeft."

Daarnaast is er de computer van de daders van de aanslagen van 22 maart, die kort na de aanslagen in Schaarbeek werd teruggevonden. "Daarop staan twee gesprekken tussen Najim Laachraoui, één van de kamikazes van de luchthaven, en hun leider, hun emir in Syrië", ging meester Hirsch verder. "In het eerste gesprek met die emir Abou Ahmed, die vermoedelijk de Belg Oussama Atar is, heeft Laachraoui het over een systeem om gesprekken te crypteren, een code. Het is opvallend dat in de cel van Nemmouche in 2014 al twee papieren zijn gevonden waarop een dergelijke code staat. Zou het niet die code zijn waarover Laachraoui het heeft?"

In datzelfde gesprek met hun emir in Syrië worden ook de verdere plannen van de terreurcel besproken, aldus meester Hirsch. "Eén ervan bestaat erin bekende mensen te ontvoeren en hen te ruilen 'voor broeders die al gewerkt hebben, zoals Mehdi Nemmouche'. In een tweede gesprek, dat op 21 maart 2016 plaatsvindt, kondigt Laachraoui aan dat ze de volgende dag gaan toeslaan, dat ze hun wapens achterlaten voor andere 'broeders', en vragen ze of hun geld niet naar hun broeder Mehdi kan gaan, Mehdi Nemmouche."

De advocate van het CCOJB verwees ten slotte naar wat er zich op 22 maart 2016 afspeelde in de gevangenis van Brugge, waar Nemmouche opgesloten zat. "Hij juichte van vreugde omdat zijn 'broeders gewerkt hadden' en vertelde aan Salah Abdeslam, die in een ander cel zat, wat hij zag op zijn tv, over de aanslagen, over huiszoekingen die die dag al gebeurden. Nemmouche zei aan Abdeslam dat Sofiane uit Schaarbeek en Brahim bij de aanslag omgekomen waren. Sofiane was de schuilnaam voor Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui was de andere terrorist die de aanslag in Zaventem pleegde. Hij kende de daders omdat hij deel uitmaakte van dezelfde terreurcommando's van IS."

bron: Belga