Enkel Dehaene zorgde voor meer stakingen dan Michel

door
Belga
Leestijd 2 min.

Het is van begin de jaren negentig geleden dat een regeringsbeleid meer sociaal protest heeft opgeleverd dan Michel I. Dat blijkt uit cijfers van het Europese vakbondsinstituut ETUI. Ook 2018 zal in de tabellen staan als een druk stakingsjaar. De eerste helft van 2018 leverde 173.960 stakingsdagen op. Daarbij wordt iedere werknemer die staakt, geteld als een stakingsdag. Dat is behoorlijk veel, aldus Kurt Vandaele, onderzoeker bij het European Trade Union Institute. Er werd onder meer gestaakt tegen het pensioenbeleid van de regering, maar ook bijvoorbeeld tegen de stijgende werkdruk. Bij supermarktketen Lidl werd in april dagenlang gestaakt tegen de werkdruk.

Cijfers over de tweede jaarhelft zijn er nog niet, maar ook in laatste zes maanden van 2018 was er veel sociaal protest tegen het beleid van de ploeg van premier Charles Michel. In december werd in bedrijven in heel het land het werk neergelegd, tegen het mislukken van het overleg over de zware beroepen en tegen het gebrek aan koopkracht. Dat maakt dat 2018 een "bovengemiddeld" druk stakingsjaar was, aldus Vandaele.

Dat zorgt ervoor dat sinds de jaren negentig van de vorige eeuw enkel onder Dehaene I (1992-1995) meer werd gestaakt dan onder deze regering. Het beleid van Michel I lokte meer sociaal protest uit dan de regeringen onder Dehaene II, Verhofstadt I, II en III, Leterme I en II, Van Rompuy I of de regering Di Rupo.

Concreet is Michel I (tot en met het eerste semester 2018) goed voor gemiddeld 10,8 stakingsdagen per 1.000 werknemers per maand. Met als drukste stakingsjaar 2014, dat een algemene staking kende. Dehaene I was goed voor gemiddeld 13,4 stakingsdagen per 1.000 werknemers per maand.

bron: Belga