SOUNDCHECK. Tamino: "Een goede plaat groeit met je mee"

Op zijn debuut ‘Amir' trekt Tamino de kwalitatieve lijn door die hij al smaakvol uittekende met singles als ‘Habibi' en ‘Cigar'. Verrassend ook hoeveel diepgang er in de nog maar 21-jarige songschrijver schuilt.
door
Xavier
Leestijd 5 min.

"Ik kijk nog steeds verwonderd terug op het voorbije anderhalve jaar, maar ik heb er ook enorm van genoten. De media-aandacht en de concerten waren bij momenten overweldigend. Ik probeerde steeds zowel muzikaal als mentaal een evenwicht te vinden. Ik was me er ten volle van bewust dat er nog een volwaardig debuutalbum moest verschijnen en heb daar mijn tijd voor genomen. Werkelijk alles staat nu in het teken van de muziek en zo hoort het ook. De release van ‘Amir' voelt aan als de werkelijke start. Het deed me trouwens wel wat toen ik voor het eerst de vinyluitgave in handen had."

De plaat is opvallend gelaagd. Je rijdt de eerste luisterrit aandachtig uit, maar tegelijkertijd besef je dat er nog een hele wereld onder die songs verscholen ligt. Is dat de aard van het beestje?

"Het doet me een groot plezier dat je dat opmerkt. Gelaagdheid bij een kunstwerk, plaat, film of boek grijpt steeds mijn aandacht vast. Ik denk dat ik van nature uit al met een zekere gelaagdheid schrijf. Geen idee waar dat vandaan komt, maar het werkt voor mij. Leonard Cohen zei ooit: ‘Als ik wist waar songs vandaan kwamen, zou ik die plek vaker opzoeken.' Om maar te zeggen dat je hard en geconcentreerd moet werken om de muze te vinden. Ze biedt zich nooit gratuit aan. Door die gelaagdheid kan je na meerdere luisterbeurten een andere wereld ontdekken en ik hoop echt dat ‘Amir' die kwaliteit in huis heeft. Mijn favoriete platen hebben zich ook niet meteen geopenbaard, maar net daardoor draai ik ze nog steeds. Een goede plaat heeft het in zich om met je mee te groeien naarmate je ouder wordt."

Was het niet aartsmoeilijk om je focus te behouden te midden van al die aandacht en verwachtingen?

"Die focus is zeer belangrijk. Ik ben gesteld op mijn privacy en zoek de stilte bewust op. Thuis kan ik urenlang geconcentreerd werken. Wanneer ik dan daarna even ga wandelen, kan het best zijn dat ik in de flow van de voorbije uren dingen opneem op mijn gsm of snel iets noteer. Zolang die ‘state of mind' er maar is en dat gebeurt alleen maar wanneer ik al gewerkt heb. Ik geloof dat de inspiratie zich pas aanbiedt wanneer je er daadwerkelijk voor gaat zitten om het toe te laten. Dan begin je verbindingen te zien die veel duidelijk maken. (lacht) Het kan best, maar ik ben nog nooit iemand tegengekomen die terwijl hij een koffie drinkt meteen een hele song neerpent."

Kan men je omschrijven als een mengelmoes van uiteenlopen invloeden zonder de basis van een goede song te verloochenen?

"Dat denk ik wel. Mijn moeder speelt piano en viool en leerde me Bach, Chopin of Mozart kennen. De half-Egyptische roots via mijn vader - die ook oed (Arabische luit) speelt - leiden me naar mijn grootvader Moharam Fouad. Hij was een zeer populaire crooner in de Arabische wereld van de jaren vijftig tot tachtig. Ik heb veel van zijn werk geleerd en het bracht me ook in contact met legendarische zangeressen als Oum Kalthoum en Fairuz. Maar tegelijkertijd kan ik mezelf makkelijk verliezen in het werk van Tom Waits of Serge Gainsbourg en zeker in John Lennon. Ik zorg er dan ook voor dat een nummer overeind blijft met enkel stem en piano of gitaar. De kern of de melodie moet sterk genoeg zijn, anders bouw je gewoon een nietszeggende productie rond een leeg nummer."

Je twee producers PJ Maertens en Jo Francken hadden dat al snel door, niet?

"Ze wisten meteen welke weg ik wilde opgaan en we zijn daar nooit van afgeweken. Na een goed concert naar PJ - die ook mijn vaste geluidsman is - thuis rijden en daar blijven slapen om 's morgens de naweeën van die vibe in een creatief proces te gieten. Uren met Jo in de studio of zelf thuis in alle rust verschillende pistes verkennen. Alles in functie van een coherente plaat, want je debuteert maar één keer."

‘Amir' herbergt een intrigerende klankwereld waarin de geest van je grootvader haast tastbaar aanwezig is. Hoe zijn die bijzondere soundscapes tot stand gekomen?

"Dankzij Inne Eysermans van Amatorski. Ik had haar drie cassettes gegeven met stem en muziek van mijn grootvader en ze heeft daar wonderlijke zaken mee gedaan. Inne creëert muziek die zich in een andere dimensie lijkt af te spelen. Even grillige als betoverende soundscapes waarin je urenlang wil ronddwalen. Pure magie, vernieuwend en zo smaakvol. Maar ook Radiohead-bassist Colin Greenwoord heeft bijzonder mooie dingen gedaan op een nummer als ‘Indigo Night'."

Zorgde dat ook niet voor de donkere kant van het album?

"Zeer zeker, want alleen maar pure schoonheid serveren verveelt snel. Door Inne hoor je zaken die het oor niet gewend is. Je kan die geluiden niet plaatsen en net dat intrigeert. Ik wilde haar niet zomaar enkele cassettes geven. Wat ik haar aanbood, moest op een of andere manier het verlengde zijn van mezelf en dat is ook gelukt. Moderne Arabische muziek kan me niet raken. Vaak baden die songs in een gladde productie met het oog op een zo groot mogelijk commercieel succes. Ik luister enkel naar Arabische muziek van meer dan vier decennia geleden. Dan hoor je pas diepgang."

Heb je daarom de Arabisch getinte stukken met echte strijkers opgenomen?

"Inderdaad. Ik had mijn eigen ‘firqa', een muziekensemble met een mix van oosterse en westerse instrumenten. De roots van een ‘firqa' liggen ergens in de jaren dertig en veertig. Ze zijn zeer bepalend geweest voor het gebruik van westerse instrumenten in Arabische muziek. Ik ben zelf een kind van twee werelden, dus dat voelde heel natuurlijk aan. Ook die sound draagt weer bij aan de gelaagdheid van de plaat. En het orkest volgt echt de melodie van de zanger of past zich aan aan bepaalde ritmes. Het zorgt ook voor meer contrast om de dualiteit tussen mijn romantische en meer donkere kant sterker te kunnen uitspelen."

Tamino speelt vanaf vanavond en morgen in de Brusselse AB. ‘Amir' is uit bij Communion. Meer info: taminomusic.com

Dirk Fryns