Sneakerverzamelaar Pieter Pauwels bezit meer dan 500 paar: "Mijn sneakers zijn mijn kinderen"

Van je hobby je beroep maken. Voor velen is het een droom, voor sneakerverzamelaar Pieter Pauwels de realiteit. Op zijn dertiende kocht hij zijn eerste paar sneakers, twintig jaar later baat hij met Panthers en Locker Room succesvolle sneaker- en streatwearshops uit in Gent en Brussel. “Vroeger vond ik mezelf een weirdo, nu ben ik een pionier.”
door
Mare
Leestijd 4 min.

Comfortabel, onopvallend en een tikkeltje doorsnee. Zo valt de stijl van de gemiddelde Belg perfect samen te vatten. Ondernemer en sneakerverzamelaar Pieter Pauwels is de kleurrijke uitzondering op die regel. Zijn outfits zijn weliswaar comfortabel, ze zijn verre van onopvallend of doorsnee. Liever hult de sneakerverzamelaar zich van kop tot teen in streetwear, en dat mag je in dit geval gerust letterlijk nemen. Wanneer ik hem op zijn bureau in Berlare ontmoet, prijkt aan zijn voeten een paar blauwe Air Jordans. Dat is - uiteraard - niet toevallig.

A poor men's Rolex

“In totaal bezit ik ongeveer 500 paar sneakers. Zo'n 60% daarvan zijn Jordans. Michael Jordan is voor mij een soort god. Ik adoreer hem al sinds ik op mijn twaalfde de film ‘Space Jam' (over het leven van de basketballegende, red.) zag. Jordans zijn a poor men's Rolex: ze zijn niet goedkoop, maar wel toegankelijk. Ik maak er een erezaak van om het nieuwste paar Jordans steevast in huis te halen. Het is een soort statussymbool geworden”, klinkt het. Pauwels gaf niet alleen handenvol geld uit aan Jordans, hij heeft op zijn kuit zelfs een stukje huid afgestaan aan de beeltenis van de beroemde sporter.

“De klanten begrijpen die tattoo volledig. Mijn uitgesproken kledingstijl is echt een meerwaarde in mijn zaak. Ik besef dat ik daar ontzettend veel geluk mee heb, want ik ben handelsingenieur van opleiding. Stel dat ik bij een bank aan de slag zou zijn, dan zou ik mezelf voortdurend moeten inhouden op vestimentair vlak.”

Jong geleerd, oud gedaan

Zijn liefde voor sneakers begon al op jonge leeftijd. Logisch, zo zou je zeggen. Niet als je weet dat Pauwels geboren en getogen is in het landelijke Merelbeke, waar destijds in de verste verte geen sneaker te vinden was. “Ik was echt een buitenbeentje. Jarenlang heb ik op dagelijkse basis kritiek moeten incasseren. Ook nu nog durven mensen me soms te vragen waarom ik gele schoenen draag.”

In zijn omgeving waren wel mensen te vinden die van hiphop of van basketbal hielden, maar niemand was er op dezelfde manier mee bezig. Het was pas toen hij met zijn papa naar Parijs ging, dat hij gelijkgestemde zielen tegenkwam. “Ik had wel basketbalvrienden, maar zij waren totaal niet bezig met hiphop. En omgekeerd kende ik veel hiphoppers, maar zij hadden lak aan hun kledij. Terwijl ik echt all the way ging. In Parijs kwam ik voor het eerst ‘soortgenoten' tegen. Toen zijn mijn ogen echt opengegaan, ik was niet weg te slaan uit de sneakerwinkels. En dat terwijl mijn vader eigenlijk een cultuurreis wilde maken.” (lacht)

Verzamelkoorts

De echte verzamelkoorts sloeg pas toe toen Pauwels op z'n achttiende op kot ging. “Ik kreeg een Visa-kaart met een maandelijks bedrag om rond te komen. Toen ben ik als een gek beginnen te  kopen, kopen, kopen. Het scheelde niet veel of er moest een deurwaarder aan te pas komen”, klinkt het. Aanvankelijk kocht hij zijn schoeisel vooral in België, maar zodra hij een auto had, stak hij ook de grens over om zijn perfecte paar te bemachtigen.

Ook nu trakteert hij zichzelf nog wekelijks op een nieuw paar sneakers. “Voor ik mijn Panthers-winkels opstartte, had ik al een aanzienlijke sneakercollectie, maar nu is het hek helemaal van de dam. Vergelijk het met een alcoholverslaafde die zelf een café uitbaat: je zit vlakbij de bron, dat is natuurlijk een gevaarlijke situatie. Zeker als je weet hoeveel sneakers er uitgebracht worden.”

Big business

De afgelopen tien jaar zijn sneakers uitgegroeid tot big business. Voor special editions en exclusieve samenwerkingen staan fans vaak urenlang in de rij en ook online vliegen speciale oplages in een recordtempo de deur uit. Situaties die heel herkenbaar zijn voor Pauwels. “Ik denk dat ik in 2011 voor het eerst een wachtrij van ongeveer 50 mensen voor de deur had voor de release van een nieuw paar Jordans. Toen was dat uitzonderlijk, nu staat er vaak 500 man aan de deur te drummen voor een nieuwe release. Mensen doen de gekste dingen om een bepaalde sneaker te bemachtigen. Ik word regelmatig gecontacteerd door rijkelui die me het vijfdubbele van de prijs willen bieden om een sneaker aan de kant te zetten. Mocht ik willen, zou ik op veel plaatsen gratis kunnen eten of me in ruil voor een paar sneakers op de gastenlijst kunnen laten zetten bij populaire clubs. Toch vervalt dat alles in het niets tegenover de liefde in ogen van een sneakerliefhebber die een nieuwe schoen vastheeft”, klinkt het.

Het mag dan ook niet verbazen dat Pieter Pauwels in zijn hele leven nog geen enkele sneaker heeft weggegooid of doorverkocht. “Mijn sneakers zijn een beetje mijn kinderen”, besluit hij.

Mare Hotterbeekx