Wereldwijd minder slachtoffers door clustermunitie

door
Belga
Leestijd 2 min.

Het aantal slachtoffers door clustermunitie is vorig jaar wereldwijd gedaald. Vooral in Syrië lieten duidelijk minder mensen het leven door dat soort wapens dan in 2016. Dat heeft de Internationale Campagne tegen Clustermunitie vandaag in Genève laten weten. Clusterbommen verspreiden bij ontploffing over een grote oppervlakte honderden kleine bommen, die van hun kant vaak niet exploderen. Ze worden op die manier echte 'sluipmoordenaars', die jaren later onschuldige slachtoffers maken onder de burgerbevolking.

Over de hele wereld kwamen in 2017 minstens 289 mensen om het leven, tegenover 971 het jaar voordien. In Syrië kwam de balans uit op 187 dodelijke slachtoffers, in vergelijking met 860 in 2016, zo blijkt uit de Cluster Munition Monitor 2018. Het reële dodental zou volgens de auteurs echter nog een stuk hoger kunnen liggen, omdat veel incidenten niet geregistreerd worden.

"Hoewel het om een belangrijke daling van het aantal slachtoffers gaat in vergelijking met het jaar voordien, blijft de balans zeer verontrustend", luidt het in het rapport. "Van de slachtoffers zijn 99 procent burgers, en het is in Syrië dat in 2017 65 procent van de nieuwe slachtoffers werd geregistreerd. Sinds 2012 wordt clustermunitie onophoudelijk ingezet in het Syrische conflict."

De Syrische regeringstroepen zetten de wapens nog altijd in met steun van hun bondgenoot Rusland. Dat was behalve Zimbabwe vorig jaar het enige land dat tegen een VN-resolutie ter ondersteuning van de internationale conventie over het verbod op clustermunitie stemde. Met nieuw lid Sri Lanka erbij hebben nu 103 landen de conventie ondertekend. Zeventien landen moeten het verdrag nog ratificeren. Behalve Rusland hebben ook de Verenigde Staten en China de conventie, die op 1 augustus 2010 in werking trad, niet onderschreven.

Bron: Belga