Verdachte moord op Nicky Verstappen behandeld na zedendelict in jaren 80

door
Belga
Leestijd 2 min.

De Nederlander Jos Brech, de man die wordt verdacht van de moord op de elfjarige Nicky Verstappen in 1998, kreeg in het verleden al een psychische behandeling na een zedendelict. Hij vertelde dat al in 2001 aan de politie tijdens een getuigenverhoor, meldt De Limburger. De politie had in 2002 ook al een scoutsgroep gewaarschuwd voor Brech, meldt Algemeen Dagblad dan weer. De nu 55-jarige Brech heeft volgens de onderzoeksleider van de politie destijds uit eigen beweging zijn betrokkenheid bij een zedendelict in de jaren tachtig en de daarop volgende therapie opgebiecht, schrijft De Limburger. De man uit Simpelveld was voor het verhoor opgeroepen omdat hij in 1998, enkele uren na de ontdekking van het lichaam van de elfjarige Nicky 's nachts over de Brunssummerheide fietste. De politie ondernam toen nog geen verdere actie, omdat ze hem als toevallige passant bestempelde.

Tegen een nieuw politieteam, dat de vastgelopen moordzaak probeerde vlot te trekken, vertelde Brech dat hij in 1985 was verhoord over een zedendelict met kinderen en dat hij daarna in behandeling was gegaan bij de Riagg (Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg).

Volgens Algemeen Dagblad had de politie al in 2002 de Limburgse scouting gewaarschuwd voor het zedenverleden van Jos Brech. "Dit is een man die je niet bij de scouting moet willen hebben", werd toen meegedeeld aan een lid van een landelijk opvangteam van de scouting, dat in actie kwam bij ernstige gebeurtenissen zoals zedendelicten.

Na die waarschuwing van de politie werd Brech door de scout geconfronteerd met de informatie. Brech bekende meteen dat hij op jongens tussen de 10 en 14 jaar viel, de leeftijdscategorie waaraan hij al jaren leiding gaf. Brech kreeg daarop het verzoek om zijn lidmaatschap bij de scouting op te zeggen, wat ook gebeurde.

Bron: Belga