Turkije eist verder onderzoek na vonnis in neonaziproces

door
Belga
Leestijd 2 min.

De levenslange celstraf voor Beate Zschäpe voor haar aandeel bij tien moorden met een terroristisch motief door de Duitse neonazigroep NSU, is niet voldoende. Dat zegt de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusogly. Hij eist verder onderzoek om uit te maken of meer mensen betrokken waren. Na de uitspraak van het vonnis verzamelden zich bovendien 200 manifestanten voor het gerechtsgebouw van München om verder onderzoek te eisen. Zschäpe moest zich samen met vier andere beklaagden verantwoorden voor tien moorden. Acht van de slachtoffers waren Turken. "Het is niet voldoende dat de hoofdverdachte gestraft wordt. We moeten de mensen die achter deze moorden vinden en straffen, binnen de inlichtingendiensten, binnen de 'deep state', binnen elke instelling die betrokken was", aldus Cavusoglu vanop de NAVO-top in Brussel, op staatstelevisiezender TRT.

De minister vindt het goed dat het proces met een zware straf werd afgerond. Maar er moet verder onderzoek gevoerd worden om de andere verantwoordelijken te vinden. Volgens hem "toont de rechtbank zich zwak door niet te onthullen wie schuldig is". Turkije zal de situatie van dichtbij observeren, en alles doen om de schuldigen te vinden, klinkt het nog. "Steeds weer zijn er aanslagen in Duitsland. Ook in Europa neemt het racisme toe. Als de verantwoordelijken niet gestraft worden, kunnen we die aanvallen niet verhinderen."

Ook de manifestanten die na het vonnis naar de rechtbank trokken, eisen dat er een onderzoek komt naar de rol van de Duitse geheime dienst in de zaak. "Er is nood aan een debat over racisme in onze maatschappij, in ons alledaags leven, in onze instellingen", aldus een woordvoerder van de manifestanten. Woensdagavond worden op een manifestatie nog eens duizend mensen verwacht, en ook in verschillende andere steden zullen protesten plaatsvinden.

De NSU werd in 2011 opgerold, nadat de organisatie veertien jaar lang ondergedoken leefde. De speurders volgden foute sporen en hadden niet door dat de dader een rechts-extremistische achtergrond hadden. Wel werden familieleden van de slachtoffers als verdachten beschouwd. Dat het onderzoek naar de moorden zo traag ging, deed vermoedens groeien dat de drie NSU-leden een beschermende hand boven het hoofd was gehouden. Ook was er het gerucht dat de drie informanten waren geweest voor de inlichtingendiensten, maar dat werd ontkend.

bron: Belga