Vergrijzingskosten pieken in 2040

door
Belga
Leestijd 1 min.

De uitgaven voor pensioenen, gezondheidszorg, werkloosheid, enzovoort zullen onder invloed van de vergrijzing oplopen tot 28,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2040. Dat is 3,5 procentpunt meer dan vorig jaar. Nadien is er een daling, tot 27 procent van het bbp in 2070. Dat blijkt vandaag uit het jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing. In 2017 bedroegen de vergrijzingskosten 25,1 procent van het bbp. Zij nemen toe tot 28,7 procent bbp in 2040. In die periode stijgen vooral de kosten voor pensioenen en gezondheidszorg, onder meer omdat het percentage ouderen in de samenleving blijft toenemen. Andere sociale uitgaven (zoals werkloosheidsuitkeringen en kinderbijslag) nemen af.

Na 2040 beginnen ook de kosten van pensioenen en gezondheidszorg te dalen. De verhouding tussen ouderen en mensen op arbeidsleeftijd blijft dan stabiel en de minimumpensioenen nemen minder sterk toe dan voor 2040. Daardoor zouden de vergrijzingskosten in 2017 nog 27 procent van het bbp bedragen, 1,9 procentpunt meer dan in 2017.

Nog volgens het jaarverslag zal het armoederisico van gepensioneerden tot 2050 blijven afnemen, om vervolgens te stabiliseren.

Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) ziet in het rapport een bevestiging dat "de pensioenhervorming niet alleen de financiële houdbaarheid van ons pensioenstelsel versterkt, maar ook de sociale houdbaarheid ervan". De minister wijst er onder meer op dat volgens het rapport het armoederisico van gepensioneerden zal blijven afnemen, en dat het gemiddelde pensioenbedrag van vrouwen zal toenemen "dankzij een verlenging van de loopbanen uit onder meer de hervormingen die wij hebben aangenomen".

bron: Belga