Vier Belgische soldaten uit WO I vertrokken richting laatste rustplaats

door
Belga
Leestijd 2 min.

Aan de Dodengang in het West-Vlaamse Diksmuide zijn de stoffelijke resten van vier Belgische soldaten vertrokken richting hun laatste rustplaats. Ze worden in een oude Ford T naar de Belgische Militaire Begraafplaats in De Panne gebracht, waar ze opnieuw worden begraven. Uniek is dat drie van de vier soldaten konden geïdentificeerd worden door DNA-analyse. Tijdens een archeologisch bodemonderzoek in Diksmuide in 2016 werden de lichamen gevonden van vier Belgische soldaten, één op de linkeroever en drie op de rechteroever van de IJzer. Al snel bleek dankzij de vondst van uniformknopen dat het om drie soldaten van het 12de linieregiment ging. Ze moeten gesneuveld zijn tussen 16 oktober en 10 november 1914.

Uit onderzoek kwamen drie namen naar boven: Petrus Pintens, Gerard Joseph Dethier en Félix Jacquet. Pintens en Dethier konden geïdentificeerd worden aan de hand van DNA van familieleden. Na deductie kon ook Félix Jacquet geïdentificeerd worden. Nooit eerder werden op deze manier soldaten geïdentificeerd. Van het vierde lichaam kon niets gevonden worden.

Het ging om een uitzonderlijk vondst, want het was al 1975 geleden dat er nog eens Belgische soldaten werden opgegraven. Er werd ook een Fransman opgegraven die al werd begraven in Ieper, op Saint-Charles de Potyze.

Tijdens een korte, intieme plechtigheid werden de soldaten één voor één ingeladen in een authentieke Ford T-ambulance. Daarop volgde de Last Post en het Belgische volkslied. Meteen het signaal voor de colonne om te vertrekken richting de Militaire Begraafplaats van De Panne. De soldaten moeten daar begraven worden omdat er daar nog plaats is. Andere begraafplaatsen zijn beschermd en dan moeten er concessies vrijkomen.

"We doen het zoals het honderd jaar geleden gedaan werd. Deze jongens werden tijdelijk begraven, maar door de strijd kregen ze nooit een finale rustplaats. Daar zorgen we nu voor, met dit waardige eerbetoon. We maken dus een sprong van 100 jaar", aldus kolonel Rudy Baert van het War Heritage Institute.

bron: Belga