Water tussen vakbonden en werkgevers over zware beroepen erg diep

door
Belga
Leestijd 3 min.

Vakbonden en werkgevers hebben een verdeeld advies verstrekt over het wetsontwerp rond de zware beroepen in de privésector. Dat is gebleken na overleg in het beheerscomité van de federale pensioendienst. Over één iets zijn ze het wel eens: een lijst met zware beroepen zoals in de publieke sector is onwerkbaar. Ze vragen de regering om ook met criteria te mogen werken. Het verdeeld advies komt er nadat twee weken geleden wel een akkoord werd bereikt over een lijst voor de zware beroepen, maar voor de overheidssector. Dat leverde een lijst op met meer dan zeventig overheidsfuncties die als zwaar worden bestempeld, gaande van kleuterjuf tot treinbegeleider. Het akkoord tussen de christelijke en liberale vakbond en het kabinet van pensioenminister Daniel Bacquelaine werd door onder meer N-VA en Open Vld echter publiekelijk afgeschoten, en binnen de regering op de lange baan geschoven.

Vandaag vond soortgelijk overleg plaats voor de privésector. De vakbonden en werkgevers zijn het over zo goed als alles oneens. Over één iets zijn ze het wel eens: werken met een lijst met functies of beroepen is te moeilijk. Daarom vragen ze de regering om niet alleen te werken met een lijst met zware beroepen, maar ook met criteria te mogen werken.

Caroline Deiteren van ondernemersorganisatie Unizo vat het als volgt samen. "Overleg over een lijst met functies heeft geen enkele slaagkans. Overleg over criteria wordt een moeilijke discussie."

Inhoudelijk staan de sociale partners erg ver van elkaar. Zo zijn de werkgevers zelfs geen voorstander van het principe van zware beroepen. Het is niet normaal dat eerst over uitzonderingen wordt gesproken, vooraleer een algemene hervorming van de pensioenen wordt uitgewerkt, redeneren ze. "Men blijft de kar voor het paard spannen", luidt het bij het Verbond van Belgische Ondernemingen. "Een té uitgebreide regeling rond zware beroepen zal alle voorbije inspanningen rond langer werken teniet doen. Daar zit niemand op te wachten, en al zeker niet de generatie die morgen onze arbeidsmarkt zal betreden", aldus Marie-Noëlle Vanderhoven, die voor het VBO de onderhandelingen voert.

Ook over de criteria wat een beroep al dan niet zwaar maakt, is er grote onenigheid. "De criteria 'veiligheidsrisico's' en 'mentale belasting' aanvaarden we niet", aldus Caroline Deiteren daarover. Er is ook onenigheid over hoe lang men een bepaald beroep moet uitgeoefend hebben om dat als zwaar te kunnen bestempelen.

Gemor is er eveneens bij de vakbonden. De kern van de zaak wordt volgens hen niet aangeroerd: hoe gaan de mensen het volhouden om langer te werken? "De gang van zaken van de voorbije jaren is dan ook een totaal verkeerde aanpak. De vakbonden hebben dit totaal gebrek aan visie op loopbanen als uitgangspunt naar voor geschoven in hun advies", luidt het in een gemeenschappelijk persbericht van ACV, ABVV en ACLVB.

De bonden vinden ook dat de vier categorieën van zwaar beroep die de regering in een wetsontwerp naar voor heeft geschoven (belastende werkomstandigheden, fysiek zwaar werk, veiligheidsrisico's en - enkel als aanvullend criterium - mentale belasting of stress) te restrictief zijn en bijvoorbeeld vrouwen benadelen.

Wie een zwaar beroep heeft, zal ofwel vroeger met pensioen kunnen ofwel een hoger pensioen krijgen. Het systeem moet normaal in 2020 van kracht worden.

bron: Belga