Twee landen, één drugsmarkt: nood aan één aanpak

door
Belga
Leestijd 2 min.

Belgische en Nederlandse criminele drugsorganisaties ondervinden maar weinig hinder om grensoverschrijdend samen te werken. Overheden moeten daarom meer inzetten op een gemeenschappelijke aanpak van het probleem. Dat is de vaststelling van een internationaal criminologisch onderzoek aan de UGent. Met 10 aanbevelingen roepen de onderzoekers op tot actie, want sinds enkele jaren is er een duidelijke expansie van de productie van cannabis en synthetische drugs in België. "Cannabisplantages worden groter en professioneler", zegt criminoloog Charlotte Colman. En er steken nieuwe fenomenen op, zoals "wietkoeriers" en "callcenters" waarop drugs besteld kunnen worden. In 2017 werden in België 1.234 cannabisplantages opgerold. Een duidelijke stijging in vergelijking met 2000. Maar omdat Belgische en Nederlandse criminele organisaties nauw in contact staan, groeit ook de know-how bij Belgische drugsproducenten. En ook de druggebruikers en de leveranciers zijn inventiever geworden, en maken gebruik van nieuwe kanalen om drugs over de Nederlandse grens te smokkelen.

Om de expansie van de drugseconomie een halt toe te roepen, adviseren de onderzoekers om het probleem gemeenschappelijk met Nederland aan te pakken. In het najaar wordt een gemeenschappelijke conferentie georganiseerd met actiepunten. Zo kunnen politiediensten nutsbedrijven sensibiliseren om verdachte handeling te melden. Ook de aankoop van grote hoeveelheden chemicaliën voor de aanmaak van synthetische drugs en cocaïne moet verder worden opgevolgd.

Om het criminele drugsmilieu krachtdadig aan te pakken is er ook nood aan operationele samenwerking tussen de politiediensten. Nieuwe smokkelmethoden moeten een prioriteit zijn en de nationale en internationale recuperatie van criminele vermogens moet vereenvoudigd worden.

bron: Belga